3. Ten aanzien van bouwwerken wordt onder verboden qebruik in ieder ge- val verstaan: a. gebouwen op qronden met de bestemming Natuurgebied NNatuurge- bied met agrarisch gebruik (NA) en Natuurgebied met bijzonder ge- bruik (NB) te gebruiken of te laten gebruiken voor de uitoefening van detailhandels-, horeca-, groothandels-, aannemings- of nijver- heidsbedrijven; b. gebouwen op gronden met de bestemming Recreatie en Horecavestigin- gen (R) te qebruiken of te laten gebruiken voor de uitoefening van detailhandels-, groothandels-, aannemings- of nijverheidsbedrijven. 4. Indien strikte toepassing van het verbod, vervat in lid 1, leidt tot niet door dringende redenen te rechtvaardiqen beperkingen van het_ meest doelmatige gebruik, verlenen burgemeester en wethouders vrij- stelling van dat verbod, met dien verstande dat voor de gronden met de in artikel 4 lid 1 tot en met 3 aangegeven bestemming geen vrij- stelling wordt verleend dan na advies van de Raadscommissie voorOpen- bare Werken en de Raadscommissie voor de Volkshuisvesting, de Ruimte- lijke Ordening en de Recreatie en dan na ontvanqst van een schrifte- lijke verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten. 5. Een dringende reden die een beperking van het meest doelmatige ge- bruik rechtvaardigt is in ieder gevai aanwezig, indien door het voor- genomen andere gebruik - gelet op de ligging van gronden en bouwwer- ken - het gebruik van grönden en bouwwerken in de omgeving in ernstige mate zal worden verstoord, zonder dat door het stellen van voorwaar- den of op andere wijze zodanige stoornis zal zijn te voorkomen. 6. Betreft een voorgenomen ander gebruik de uitoefening van detailhan- del aan de perifêrie van of buiten het reeds bebouwde deel van het grondgebied der gemeente, dan verlenen burgemeester en wethouders geen vrijstelling dan: a. na kennis genomen te hebben van de uitkomsten van een regionaal gericht distributie-planologisch onderzoek, waaronder begrepen een verkeersonderzoek; b. na advies van de Raadscommissie voor Openbare VJerken en de Raads- commissie voor de Volkshuisvesting, de Ruimtelijke Ordening en de Recreatie; cna ontvanqst van een schriftelijke verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten. 7. Indien de aan een vrijstelling verbonden voorwaarden niet worden nage- leefd, wordt het betrokken met de bestemming strijdige gebruik geacht plaats te vinden zonder vrijstelling. HOOFDSTUK III-OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN. Artikel 8 Voortzettinq bestaand gebruik. Bouwwerken en onbebouwde gronden die bij het van kracht worden van het plan in gebruik zijn op een wijze of tot een doel strijdig met de bij dit plan aan de grond gegeven bestemming, mogen op deze wijze of totdit doel in gebruik blijven. Artikel 9 Gedeeltel ijke vernieuwinq of verandering van bestaande bouwwerkea Bestaande bouwwerken die hetzij door hun bestaan als zodanig hetzij door - 49 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 53