ziening 1970. De weg is getraceerd langs de westzijde van de spoorlijn en zal een verbinding vormen tussen de in Zuid-Holland reeds voor een deel ge- realiseerde SW 1 en de Westelijke Randweg van Haarlem. De SW 19 zal inderdaad door enkele natuurgebieden lopen; door de weg naast de spoorlijn te leggen, zal de schade echter zo gering mogelijk zijn; andere tracé's, welke uitvoerig bezien zijn, berokkenen aanzien- lijk meer schade aan natuurtjebieden. Geluidshinder kan door het nemen van maatregelen beperkt blijven. De afstand tussen de weg en de in het westen van Heemstede gelegen woonwijken (Geleerdenwijk en Rivierenwijk) is vrij groot (100 tot 150 m). De tussen de weg en de woonwijken gelegen spoorbaan fungeert bovendien, althans voor een deel van de weg, als geluidswal. Het is gewenst de voorwaarde te stellen dat de weg niet mag worden aan- gelegd dan nadat is gebleken dat de geluidsbelasting voor woningen etc. binnen een zone van 400 m binnen aanvaardbare grenzen blijft. Technisch is het vrijwel niet mogelijk de Leidsevaartweg, oostelijk van de spoorbaan gelegen, zodanig te reconstrueren en aan te sluiten op de SW 1 Zuid-Holland) en de Westelijke Randweg, dat deze de SW 19 kan vervangen De SW 19 zal deel uitmaken van een toekomstig randwegenstelsel om Heemstede. De noodzaak tot aanleg van randwegen is o.m. aangetoond in het verkeersstructuurplan. In het kader van voorbereiding van dit plan is een inspraakprocedure voor de inwoners gevolqd; de deel- nemers aan de inspraak waren nagenoeg unaniem van oordeel dat de aanleg van randwegen om Heemstede, c.q. om de hele agglomeratie, de enige juiste oplossing is om de knellende verkeersproblemen binnen de bebouwde kom op te lossen. Ongetwijfeld zal de aanleg van dergelijke randwegen offers vragen. 2. Dr. A.A. Thiadens, Dahiialaan 40, Aerdenhout, en vele anderen. Adressanten maken bezwaar tegen de bestemming van een strook grond ten westen van de spoorlijn tot wegaanleg. Zij voeren het volgende aan: a. Als het geschatte aantal auto's per etmaal van noord naar zuid passerende juist is (hetgeen zij betwijfelen)rijst de vraag ofde voorgestelde oplossing van het probleem van het noord-zuid-verkeer niet meer nadelen oplevert dan de huidige situatie en of de moge- lijkheid van een noord-zuid-verbinding ten oosten van Haarlem, Bennebroek en Vogelenzang niet de voorkeur verdient. Immers er moet rekening gehouden worden met de aanleg van rijksweg 16 ten oosten van de Haarlemse agglomeratie, zoals deze voorkomt op het rijkswegenplan en opgenomen is in het ontwerp streekpian-Meer- landen. Door de aanleg van een oost-west-verbinding ten zuiden van Bennebroek kan het doorgaand verkeer van de weg door de bollendorpen en bij verdere doortrekking in westelijke richting ook dat van de secundaire weg no.l in Zuid-Holland naar Rijksweg 16 worden geleid en aldus aan de oostzijde van de Haarlemse agglo- meratie. De aanleg van een noord-zuid-verbinding langs de spoor- weg is dan niet nodig. De verbinding aan de oostzijde van Haarlem heeft het voordeel dat - 5 - 4e afd 26 augustus 1976 94

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 9