30 september 1976
341
Burgemeester en wethouders zijn van oordeel dat het niet juist is
steun te verlenen aan een aktie tegen het Kalkarproject, waarin
- zoals bekend - de Nederlandse overheid participeert.
Voorgesteld wordt op het verzoek afwijzend te beschikken.
De voorzitter merkt op dat in het voorstel van het college in plaats
van "burgemeester en wethouders" dient te worden qelezen "de grootst
mogelijke meerderheid van het college".
Mevrouw Borghouts dankt voor deze correctie. Haar fractie is van
mening dat als een Tid van het college een afwijkend oordeel heeft,
dit duidelijk gesteld moet worden, als hij zulks wenst.
Zij merkt op dat het voorstel geen bijdrage ten behoeve van de strijd
tegen het Kalkarproject te verlenen als argument het feit noemt, dat
de overheid geen steun kan verlenen aan een aktie welke is gericht
tegen een beslissing van de overheid. Haar fractie acht dat argument
bepaald niet overtuigend. Het gaat impliciet uit van de gedachte dat
de vertegenwoordigende democratie het best het algemeen belang dient
en van de gedachte dat de beslissingen van de overheid de juiste zijn.
Dit uiteraard totdat zij door diezelfde overheid worden herroepen.
Het voorstel houdt tevens in dat degenen die bezwaar hebben tegen een
bepaalde beslissing, die bezwaren dan maar op eigen kosten kenbaar
moeten maken. Noch het één noch het ander onderschrijft zij ten volle.
Naar het oordeel van haar fractie is het bestaan en het aktief bezig
zijn van belangengroeperingen ofwel aktiegroepen een noodzakelijke
correctie op de vertegenwoordigende democratie. Deze hebben in ons
staatsbestel een wezenlijke taak, die onder andere daarin bestaat dat
zij de beslissers behoeden voor besluiten welke bijvoorbeeld te zeer
zijn gericht op het belang van één groepering in de samenleving of
welke wellicht ondoordacht kunnen worden genoemd.
Over het kaikarproject zijn de afgelopen jaren in ons land vele en diep-
gaande discussies gevoerd en het zijn niet de minsten onder ons die de
beslissing van de rijksoverheid om met dat project mee te doen, on-
juist hebben genoemd. Het is in ons aller belang dat de stem van de
tegenstanders kan blijven worden gehoord. Daarom ook kan zij niet mee-
gaan met het voorstel van de meerderheid van het college.
De rijksoverheid zelf verleent steun aan organisaties, waarvan zeker
niet kan worden gezegd dat zij aan de leiband van die overheid lopen.
Verschillende landelijke miiieuorganisaties ontvangen rijksbijdragen,
terwijl diezelfde organisaties het door de overheid gevoerd milieu-
beleid telkens weer niet juist achten. Als recent voorbeeld kan worden
genoemd het vergoeden van kosten door het ministerie van Volksgezond-
heid en Milieuhygiëne, weike de vereniging "Voorkomen is beter" heeft
gemaakt ten behoeve van de bewoners van Tiel. Genoemd kan ook worden
het feit dat het ministerie van Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk
Werk een manifestatie van het vormingstheater in Nederland middels een
subsidie mogelijk maakte, welke manifestatie nu juist gericht was tegen
het beleid van C.R.M. ten aanzien van datzelfde vormingstheater.
De conclusie van haar fractie is dat in ieder geval de rijksoverheid het
belang van groeperingen buiten de vertegenwoordigende lichamen begrijpt
endaar ook iets voor wil doen. Deze raad heeft nu de kans te tonen dat
zij dat eveneens wil. Haar fractie wenst namelijk wêl een bijdrage te
geven aan de Stichting Milieubehoud en Welzijn zoals is gevraagd.