343
De heer Jaqer heeft na deze opmerkingen van de heer Reerinqh behoef-
te te vragen wat dan de specifieke aspecten zijn van dit gevalwaar-
door het niet mogeiijk zou zijn om aan deze aktiegroep een bijdrage
voor een dergelijke procedure te geven. De oorspronkelijke formulering
van het coliege was in het algemeen gesteld: de iagere overheid zou
zich niet mogen richten /tagan de ondersteuning van een groep die een
civiele procedure aangaat tegen de -overheid.
ggk„ Nu zegt de wethouder dat dit in zijn aigemeenheid niet altijd opgaat
en dat we ons nu maar tot dit specifieke geval moeten bepalen.
I Naar de mening van wethouder Reeringh moet de overheid een open oog
i hebben voor organisaties die werkzaamhecfen op bepaaide terreinen ver-
richten en niet moet schromen, na afweging van de belangen die in het
spel zijn, eventueel bij te dragen - op welke wijze dan'ook, bijvoor-
beeld financieel - aan die organisaties, ook ai zijn de werkzaamheden
van die organisaties niet precies in de lijn van hetgeen de overheid
aangeeft. Dan zou het maar een saaie beweging worden. Waar het zoals
in dit geval een procedure betreft die rechtstreeks tegen het beieid
van de Nederiandse overheid is gericht, zou een duidelijke tegenstrij-
digheid bestaan als de gemeente hieraan steun zou verienen; dat zou
indruisen tegen het beieid, van de rijksoverheid.
Zonder hoofdeiijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten, met dien verstande, dat de fractie
van Progressief Heemstede geacht wenst te worden tegen het voorstei van
het coilege te hebben gestemd.
17. Brief van het bestuur der Gereformeerde Poiitieke Vereniging
"Haarlem en Omstreken" inzake de Schooladvies- en begeieidingsdienst
Z.W.Kennemerland.
Voorgesteid wordt aan het bestuur te berichten dat reeds overeenkom-
stig net verzoek wordt gehandeid.
De heer Baar merkt op dat het college voorsteit de onderhavige brief
ais volgt^ te beantwoorden"dat reeds overeer.komstig het verzoek wordt
genandeid". Hij heeft daar wat bedenkingen tegen, omdat hij meent dat
een meer genuanceerde beantwoording in dit gevai duidelijk op zijn
plaats is, hetgeen hij wii adstrueren aan de hand van er.keie opmerkin-
gen in de briefEigenlijk suggereert deze brief in feite dat de kon-
stelia^is die wij momenteel in Z.W.Kennemerland kennen, de vrijheid van
onderwijs zou belemmeren. Spreker gelooft dat dit niet een juiste ver-
ondersteliing is, om het woord "aantijging" maar niet te gebruikenwant
de konstellatie in Z.W.Kennemerland is er duideiijk éên die in volledige
vrijheid, in vrijwillige beslissing, door alle in aanmerking komende be-
voegde gezagen is gencmen, en de vrijheid van onderwijs kan in dit gevai
met ter discussie worden gesteld. Zo zou hij nog enkele opmerkingen
over deze brief kunnen maken. Hij geiooft dat het goed is dat in elk ge-
va! rnet aan deze vereniging wordt bericht dat reeds overeenkomstig het
verzoek wordt gehandeld, maar dat het college ook ingaat op de diverse
opmerkingen die in deze brief zijn gemaakt,"en die tot een wat meer ge-
nuanceerde beantwoording noodzaken.
Wethouder Van Drooge zegt dat op de lijst van ingekomen stukken de
essentie van ae reactie van het college is opgenomen, dus de slotcon-
clusie. Het is niet de gewoonte dergelijke brieven in één regel af te
30 september 1976