28 oktober 1976
121
Artikel 10.
(Plaats van meting in geval van noodvoorzieningen)
In geval van storing in de energievoorziening via het (de) leverings-
punt(en), als bedoeid in artikel 5, zal de geléverde energie en het
geleverde vermogen worder. qemeten in de Heemsteedse stations aan de
Pieter de Hooqhstraat en de Herenweg c.q. in de, na het sluiten van
deze overeenkomst nog in te richten, noodverbindingen.
Artikel 11.
(Meetgegevens
Gemeten zullen worden:
a. de hoeveelheid elektrische energie, uitgedrukt in kWh, gedurende
het gehele etmaal
b. de opgetreden belasting, uitgedrukt in kW.
Deze belasting zal worden gemeten over telkens met vaste tussen-
ruimten van 5 minuten achtereenvolgens aanvangende kwartieren.
Artikel 12.
(Metinq
De geleverdo elektrische energie en de opgetreden belasting zullen
worderi gemeten door eeri kW-kWh-mster, welke in eigendom aan Haarlem
toebehoort. Heemstede neeft het recht deze meting te doen controleren
door een kW-kWh-meterwelke aan haar in eigendom toebehoort.
Maakt Heemstede van dit recht gebruik, dan zal als geleverde hoeveel-
heid kWh, respectievelijk in rekening te brengen dan wel als basis
voor de berekening dienende belasting, worden opgenomen het gemiddel-
de van de twee overeenkomstige metingen.
Indien Heemstede van haar recht, als bedoeld in artikel 12, gebruik
heeft gemaakt en indien alsdan de aanwijzingen ^an de elkaar contro-
lerende meters onderling meer dan vijf ten honderd verschillen, zal
tot herijking van de meters worden overgegaan. De kosten van her-
ijking zullen ten laste van de beide partijen komen.
Artikel 14.
(Twijfel aan de juiste aanwijzing van de meetinrichting)
Wanneer één der partijen meent, dat de aanwijzing van één of meer me-
ters van de werkelijkheid afwijkt, heeft zij het recht de meter(s) te
doen herijken. De kosten van deze herijking komen ten laste van de
verzoekende partij, uitgezonderd die "cor de meter van de andere par-
tij, indien deze laatste meter een afwijking meer dan drie ten honderd
zou vertonen. De herijking zal geschieden door een door beide partij-
en ais daartoe bevoegd erkende instantie.
-4-
2e afd.
Artikel 13.
(Herijkiug)
