364
28 oktober 1976
het oude stadsgas en wordt onder een vier maai zo hoge druk getrans-
porteerd. De gevolgen bleven dan ook niet uit: door het uitdrogenvan
de 1oodstriktouwverbindingen bij de oude gietijzeren buizen - dat be-
treft in Heemstede meer dan de helft van het buizennet - zijn de 'e'l~
dingen in toenemende mate lekken gaan vertonen. Deeerste jaren na de
invoering van het aardgas werd aan deze zaak nog niet veel aandacht
besteed omdat er toen nog niet veel iekken waren en de prijs van het
aardgas nog zeer iaag was. Dat bomen, struiken en planten konaen af-
sterven door de aanwezigheid van aardgas in de bodem, moest men nog
door schade en schande ondervinden, en van de noodzaak van energie-
besparing had men in die tijd nog helemaal niet gehoord. i4en kan stel-
len' dat in die jaren de gasiekbestrijding beperkt bleef tot reparatie
van gaslekken die direct qevaar konden opleveren. Haar al snel ver-
anderde de situatie. Men wordt nu reeds geruime tijd met al een ge-
konfronteerd met een stijging van het aantal lekken, maat ook met het
steeds groter worden van die lekken. Daarnaast is men zich er nu ter-
dege van bewust dat uit een oogpunt van zorgvoor het milieuen van
het'streven naar energiebesparing een intensieve gaslekbestnjcing een
dwingende eis is geworden. Ondanks deze zorgwekkende ontwikkelingen
werd door het VEG-Gasinstituut eerst begin 1975 gestart met een lande-
iijk onderzoek naar het voorkômen van lekverliezen in gasdistributie-
nettenterwijl er nu nog siechts een ir.terim-rapport van het msti-
tuut ter tafel ligt. Uit de begroting 1976 en het meerjarenplan 1976
t/m 1980 van dat instituut blijkt, dat het instituut voor dit onaer-
zoek jaarlijks rond f 125.000,-- wenst uit te trekken. De hoogte van
dit bedrag kan voor ons een indikatie zijn dat bij het Gasinstituut
de ernst van de gaslekproblematiek nog niet in voldoende nate wc^-t
onderkendSprekers fractie nodigt daarcm de portefeuillehouder van
het Gemeentelijk Technisch Bedrijf uit inde eerstkomende algemene
aandeelhoudersvergadering van het VEG-Gasinstituut onze ongerustheid
over de voortgang van het onderzoek tot uitdrukking te brengen.
De laatste jaren is in deze raad meermalen aangedrongen op een ver-
sneld uitvoeren van de gasiekbestrijding. In dit verband kan gewezen
vvorden op de vragen, die in het kader van de behandeling van de be-
qrotingen 1975 en 1976 zijn gesteld. Bij de beantwoordmg van deze
vragen'werd steeds door het college gesteld dat gewacht moest worden
oo de resultaten van het landelijk onderzoek gaslekbestrijding van
het VEG-Gasinstituut.- Het college heeft nu een nota gaslekbestrijding
samengestelddie mede is qebaseerd op een interim-rapport van het
VEG-Gasinstituut. Naar de mening van zijn fractie heeft het college
terecht niet langer gewacht op het uitkomen van een meer defimtief
rapoort.
Sprekers fractie kan voor een deel instemmen met de in de nota opge-
nomen beleidskonklusies. Mët het coilege is ook zij van memng dat de
qaslekbestrijding voor het overgrote deel moet plaatsvinden door mTd-
del van vervanging van de gietijzeren leidingen door kunststo.leidin-
Toepassing van le joint interne methode voor buizen met een grote dia-
meter acht zij voorlopig wel gewenst, gezien de relatieve kostenvoor-
aelen die er aan verbor.den zijn. Echter gezien de resultaten van net
weliswaar nog niet afgesloten onderzoek van het Gasinstituut, waaruit
bieek dat. ni'et elk qasbedrijf zo goed te spreken was over le joint
interne methode, lijkt het gewenst te biijver, studeren op deze zaak.