380
28 oktober 1976
getroffen worden, en zouden reeds veel verlichting voor de betrokken
woonwijk betekenen.
Het grote punt acht spreker juist dat we zonrier extra raoeite, en met
een optimale benutting van het huidige pakket dat ons voor ogen staat,
omtrent doseeroverwegingen nog eens met de deskundigen moeten overleg-
gen, zonder dat dit zonder meer naar de pruilenbak wordt verwezen.
Hij gelooft dat dit ook past in het beleid dat het college ten aanzien
van Haarlem voert, narnelijk het verleggen van de moeiiijkheid naar
buiten de woonwijken, en hij meent dat men in Haarlem op de Europaweg
niemand hindert, en dat men dan het verkeer uit Haarlem richting
Bennebroek, respectievelijk Zandvoort enzovoort, niet aantrekkelijk
maar wel mogelijk maakt. Dat is geheel in het kader var. wat wij moeten
doen als buur, terwijl wij dan zeker ten opzichte van Haarlem kor.rekt
handelen. Dat dit wellicht tot gevolg heeft dat Haarlem aan de onder-
handelingstafel problemen van Heemstede sterker zal onderkennen, ge-
looft spreker stellig. Nu hebben wij de moeilijkheden in huis, dan
krijgen zij het op eigen erf. Dat is geen "buurtje pesten", maar met
elkaar zorgen voor een oplossing. Nogmaals geeft spreker in overwe-
ging te overleggen met de adviseurs, die dit zelf hebben onderschre-
ven. Hij gelooft dat het helemaal past in het beieid dat het college
zelf ook voorstaat. Destijds heeft spreker gevraagd of het niet ver-
standig zou zijn eerst eens, nu we met een'volkomen nieuw instrument
te maken hebben waarvan we destijds in juni nog niets wisten, af te
wachten wat deze verkeersprocessor in concreto gaat betekenen voor
verlichting, als men zowel op het Wipperplein als op de Johan Wage-
naarlaan en César Francklaan doseert. Als men eerst eens afwacht wat
die effecten zijn, dan kan men wellicht vermijden dat aan civiel-
technische werken in de Johan Wagenaarlaan een groot bedrag wordt uit-
gegeven. Hij zegt niet dat het uitgesloten is dat dit weliicht in een
later stadium nodig zal blijken, hij heeft alleen geadviseerd eerst
eens die effecten af te wachten. Dat ziet men ook als men ten aanzien
van het verkeerslicht Cêsar Francklaan-Dreef overhaast beslist; de
kleerscheuren die we nu oplopen zijn nog relatief gering, maar het
zijn kleerscheuren.
Wat de afschrijvingstermijn betreft heeft de heer Jager gesteld dat de
omvang van de investering niet de afschrijvingstermijn bepaalt. Spreker
meent dat de afschrijvingstermijn niet'zozeer wordt bepaald door het
bedrag dat er voor uitgegeven wordt, doch dat de aard van de investe-
ring bepaalt welke termijn wenselijk is. In dit verband meent hij dat
de aard van de investering met zich brengt dat men met het oog op de
technische omstandigheden en de bedrijfszekerheid een termijn van 10
jaar, hoe arbitrair op zich ook, als redelijk kan beschouwen.
De heer De Jong merkt op dat hij de deskundigheid die de voorzitter
aanhaalde, zeker niet vergeten was. In het uitvoerende vlak nemen de
deskundigen de grootste pîaats in, maar juist ten aanzien van de moge-
lijkheden, wetenschappen, beleidspunten, die niet bij hen bekend zijn,
moeten ze voldoende gelegenheid hebben bij een groep kontakt te krij-
gen ten aanzien van de oplossing van dit soort problemen. Dus het is
een over en weer afchecken van wat wenselijk is en wat eventueel beter
zou kunnen en wat fout zou kunnen gaan.
Over de afschrijvingstermijn heeft zijn fractie uitvoerig gediskussi-
eerd. In de financiële commissie is door spreker, dat is zijn persoon-
lijk standpunt, een termijn van 5 jaar genoemd voor de processor zelf.
Een minderheid binnen zijn fractie heeft aan de mogelijkheid gedacht