28 oktober 1976
359
De heer Jager merkt op dat in het bestemningsplan Natuurgebieden
onder toegelaten bestaande bebouwing de dierenverblijven vermeld
staan. Daar is een mogelijkheid gecreëerd van een uitbreiding van
heo bebouwd oppervlak, van de bestaande bebouwing, met 75 m2. Op
die grond is er ook door niemand bij de behandeling van het plan
gevraagd of daar misschien een nieuw dierenverblijf komt, want in
feite is dit natuurlijk een nieuw dierenverblijf van paarden, dat
onder dat totaal bebouwd oppervlak valt. Er is op dat'moment niet
gesproken over een volledig nieuw gebouw. Sprekers fractie is er
in îeder geval van uitgegaan, zoals dat bij andere zaken het geval
is geweest, dat het ging cm een uitbreiding van een bestaand qebouw
Dat is dus hier duidelijk niet het geval, het is een volledig nieuw'
object. 3
De heer Schlatmann acht het woord "verwijt" uit de mond van de wet-
houder met op zijn plaats. Hij meent dat de formulering die hij qe-
kozen heeft daartoe geen aanleiding geeft. Hij heeft het voorbeeld
van uennenheuvelaangehaald, waar het ging om een sloopverqunninq
die door het college wordt behandeld en afgegeven. Spreker meent dat
deze înformatie essentieel was omdat in de diskussies, die in de com-
missies hebben plaatsgehad, uitvoerig is gesproken over het instand-
houden van bepaalde onderdelen van de bebouwing aan de westeiijke zij-
de van DennenheuveiToen is over de sloopvergunning met geen woord
gerept en hee.t hij dit langs een achterweg gehoord. Spreker qeeft
a,een maar illustratief in deze zaak. Zijn fractie stelt'het dus
°p prijs zo goed mogelijk geTnformeerd te worden.
Wethouder Willemse zegt dat een "uitbreiding" natuurlijk zowel een
uitbreiding van eer, bestaand gebouw kan zijn als een uitbreiding van
een bepaald oppervlak dat ergens gereserveerd is. Hij meent dat er
weimg verschil van meninq is. Mogmaals zeqt spreker dat het cölleqe
zonder meer meende dat dit zo duidelijk was dat dit niet meer apart
ter sprake hoefde te komen. H
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt het
stuk, vermeld onder punt lOa, zonder hoofdelijke stemming voor kennis-
geving aangenomen.
11,
Brief van het dagelijks bestuur van het Gewest Kennemerland inzake
een door de Kennemerraad aanvaarde motie met betrekking tot de
realisering van een reqionale muziekschool
Burgemeester en wethouders stellen voor de door de Kennemerraad
gevraagde steun aan de realisering van een regionale muziekschool
te verlenen.
De heer Jager vraaqt de behandelinq van dit nunt uit te stellen tot
de behandelîng van de memorie van antwoord van het college bij de be-
groting. Zijn fractie heeft namelijk een vraag gesteld met betrekking
niet_deelnemen van bepaalde gemeenten aan de Kennemer-
muziekschoolHet lijkt haar gewenst deze motie daar ook eventueel
bij te behandelen.
De voorzitter deelt mede dat het college deze suggestie overr.eemt.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.