4e afd.
26 november 1976
142
- 17
Wijzigingen in het deel Toelichting
ARTIKEL 1
Aan de toelichting op het ontstaan toevoegen:
Het begrip ,,voor publiek bestemd gebouw" is in de verordening op-
genomen om, in het belang van invaliden, aan bepaalde categorieën
van gebouwen eisen te kunnen stellen.
Het begrip ,,voor publiek bestemd gebouw" maakt het mogelijk on-
derscheid te maken tussen ,,niet tot bewoning bestemde gebouwen"
waar iedereen moet kunnen komen, dus ook invaliden, al of niet per
rolstoel, en gebouwen waar weliswaar publiek komt, zoals winkels,
maar waaraan de bouwverordening geen speciale eisen van bereik-
baarheid of toegankelijkheid stelt.
De eisen in hoofdstuk 3 gesteld t.a.v. ,,voor publiek bestemde gebou-
wen" hebben alleen betrekking op voorzieningen ten bate van inva-
lide bezoekers, niet op die voor invalide personeelsleden werkzaam in
die gebouwen, omdat de Wet plaatsing mindervalide arbeidskrachten
slechts op een beperkt aantal kantoren van toepassing is en omdat
invalide personeel niet altijd uit rolstoelgebruikers zal bestaan, zodat
over de te stellen eisen in het stadium van het beoordelen van de
bouwaanvrage nog niets te zeggen valt.
Gebouwen voor onderwijs zijn uitgezonderd omdat als regel aan deze
gebouwen de nodige eisen gesteld worden door de subsidiërende over-
heid; het lijkt juister om deze regel ook te volgen met betrekking tot
het stellen van eisen ten behoeve van invaliden, mede met het oog op
een mogelijke spreiding van aangepaste scholen.
Aan de wenken voor de toepassing toevoegen:
Onder het begrip ,.voor publiek bestemde gebouwen" is een aantal
categorieën van gebouwen opgenomen waarvan de reikwijdte niet
scherp is begrensd. In het algemeen kan worden gesteld dat hier-
onder gebouwen kunnen worden gerekend die van zodanig belang zijn
voor de deelname van invaliden aan het maatschappelijk verkeer dat
daarmee de geestelijke volksgezondheid is gemoeid. Als voorbeelden
van de hier bedoelde gebouwen kunnen worden aangegeven:
gebouwen ter vervulling van wettelijke plichten of tot het uitoefe-
nen van wettelijke rechten: gemeentehuizen, belastingkantoren,
gerechtsgebouwen, politiebureaus;
gebouwen voor culturele, geestelijke, medische en/of maatschap-
pelijke dienstverlening: musea, theaters, bioscopen, concertzalen,
kerken, ziekenhuizen, verpleegtehuizen, wijkgebouwen, postkan-
toren;