436 26 november 1976 De heer Van Amerongen vindt een belangrijke eigenschap van reke- ningcijfers dat het belang van het kennisdragen van deze cijfers voor het nog te ontwikkelen beleid afneemt, naarmate het langer duurt voor- dat ze beschikbaar zijn. Wil men komen tot een geïntegreerd beleid, tot een juiste beoordeling van begroting en beleidsplan, dan is het beschikken over informatie over het in werkelijkheid gevoerde finan- ciële beleid in het recente verleden onontbeerlijk. Het college zegt in zijn antwoord dat het tot nog toe onmogelijk is gebleken de achter- stand in de voorlopige vaststelïing van de gemeenterekeningen in te lopen; de extra werkzaamheden ten behoeve van de vaststelling van het beleidsplan zouden hier debet aan zijn. Dat lijkt spreker enigszins de achterdeur uit, gezien de reiatie die er tussen het beleidsplan en de gemeenterekening behoort te bestaan. Zijn fraktie vraagt zich daarom af, gelet ook op het feit dat invoering van een geïnteqreerd beleids- systeem de nodige extra aandacht zal blijven vragen, of aan uitbrei- ding van de personeelsbezetting op de secretarie nog langer valt te ontkomen. De heer Van der Wal vraagt de wethou'der of hij kan aangeven welke uitkomsten er in het algemeen zijn tussen de geraamde rekeningcijfers, de vermoedelijke rekeningcijfers en de definitieve rekeningcijfers, of deze in meer positieve zin uitvallen, dat b'etekent een hogere winst dan de geraamde, danwel een lager verlies dan de geraamde, ofwel in negatieve zin dus een lagere winst danwel een hoger verlies. Wethouder Van Drooge antwoordt dat het vermoedelijk rekeningcij- fer van 1974 er zal uitzien zoals in het antwoord staat vermeld. De heer De Jor.g heeft een telling gemaakt voor 1975 aan de hand van de rekeningkolom van de begroting 1977 en kwam toen tot een niet onaan- zienlijk batig saldo voor 1975. Spreker merkt op dat we van de reke- ning 1975 nog geen cijfer weten, wel is het vermoedelijk rekeningcij- fer van 1974 vergeleken met de rekeningkolom van de begroting 1976, om enig inzicht te krijgen in de afwijkingen die daar mogelijk zijn. Die afwijking bleek aanzienlijk te zijn; er zat een verschil in van ongeveer 6 ton ten gunste va.n 1974, dus een plus volgens ae rekening- kolom 1974, dat uitgelopen is op een negatief saldo van 278.000, Spreker wil hiermee aantonen dat het moeilijk is aan de hand van de rekeningkolom konklusies te trekken. Het college kan onderschrijven dat het van groct belang is dat die rekeningcijfers er tijdig komen. Het is vrij moeilijk om, als men de rekening 1975 op 30 juni 1976 sluit, in september al een rekeningcijfer te hebben. Het college zal trachten hieraan zonodig prioriteit te verlenen, want het is ook voor het beleidsplan van bijzonder belang dat de laatste gegevens bekend zijn. Of aan een en ander direkt een personeelsuitbreiding zou moeten wor- den verbonden, wil spreker eerst nog even bezien. Dat zou eventueel in groter verband moeten worden bekeken. Spreker merkt op dat hij alleen de rekeningcijfers 1974 heeft beke- ken, maar in een kort tijdsbestek zou hij bijvoorbeeld ook vijf jaren kunnen nemen om te bezien hoe dat lcopt. De heer De Jong heeft de definitieve cijfers van 1973 bekeken ten opzichte van de voorlopige rekeningcijfers 1973 in de begroting voor 1975. Daarbij moet hij eerlijkheidshalve zeggen dat in 1973 de reke- ning een voordelig saldo gaf van 1,2 miljoen en dat het definitieve

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1976 | | pagina 10