453
Men mag echter niet vergeten dat in het hoofdenkontakt alle hoofden
zijn vertegenwoordigd, die daarin dus een duidelijke inbreng kunnen
hebfcen. Het co'îege 2oekt naar een 2eker gemiddelde, dus dat betekent
dat uiteraard ook de kosten van bijzondere schoîen meespeîen.
Mevr. Snoep neent dat wel in de gaten gehouden moet worden dat
dit rapporF~cjp~een 2odanig tijdstip klaar komt - het lijkt haar overi-
gens een heel werk - dat het bij de volgende begroting kan worden mee-
genonen.
Voorzover wethouder Van Drooge weet is het de bedoeîing dat men
daarmee in het hoofdenkontaYt inderdaad rekening houdt, zodat minstens
bij de ramingen voor de begroting 197S deze gegevens verwerkt kunnen
zijn. Dat duidt er natuurlijk od dat vrij snel gewerkt zal moeten wor-
den, want de samenstelling van de begroting begint al vrij vroeg in
het jaar.
Punt 40.
I'evr. Snoep merkt op dat het college toezegt dat waar mogelijk de
onderwijscore:issie regelmatig zal worden ingeîicht. Hc-t lijkt haar dat
het bestuur van de schooladviesdienst in ieder geval regelmatig verga-
dert. Cus het "waar mogelijk" hoeft niet te slaan op dat "regelmatig"
Verder heeft .zij het jaarverslag geliao wat al een overzicht geeft van
de werkzaamheden, en het werkplan voor 1976/1977, dat zij ook in dank
heeft aanvaard en net enige moeite gelezen.
Voorts zent spreekster dat de leden van de onderwijscommissie ook wor-
den uitgenodigd in de schoolraad aîs de mensen van de schooladvies-
dienst daar praten, dus die leden worden al zo nu en dan op de hoogte
gehcud.en, maar in ieder geval stelt zij die regelmatige inlichtingon
zeer op prijs.
Wethouder Van Drooqe zegt dat de bedoeling van het antwoord was
de voorlichting van de onderwijscommissie te interisiveren, maar hij
moet zijn geqevens uiteraard ook putten uit de vergaderingen van het
dagelijks bestuur, dat vrij reqelmatig bij elkaar komt en waar een
goede wisselwerkir.g is. Hij zal de onderwijscommissie daarvan op de
hoogte houden.
Punt 41.
De heer Van fmmeirik merkt op dat het coîlege aan het eind van zijn
antwoord zegt: "TvTJ" zfjn voornefiens rie vraag of deze renel gehandhaafd
moet worden in het bestuur van de Stichtir.g aan de orde te stel-
len". Hij neent dat die regel slaat op de twee verteqenwoordigersen
niet op hc-t lid zijn van het college van burgemeester en wethouders.
Kethouder Van Droooe antwcordt dat dit inderdaad niet doorslagge-
vend is. Het z"ïjn twee vertegenwoordigers van de deelnemende gemeen-
ten, de voorzitter en de vice-voorzitter. Er staat niet in dat dit
een wethcuder behoeft te zijn. Hij begrijpt dat men het vreemd vindt
dat niet alle wethouders van de deelnemende gemeenten als vertegen-
woordiger van het geneentebestuur in het dagelijks bestuur vertegen-
woordigd zijn. Dan krijgt men echter weer de vraag wie wel en wie
niet, en dan voelt men zich gepasseerd. Spreker viridt het een moei-
lijke zaak, maar zegt dat het coîlcge de intentie van de vraag zeer
goed bc-grepen heeft, dat het antwoord ook in die richting gaat en dat
het ook tracht daaraan mee te werken.
25 november 1976