26 november 1976
465
middagen plaats vinden over sociaal-maatschappelijk werk, over be-
jaardenzorg, over kleuterzorg, enzovoort. Dat zou dan inderdaad
een aanzet kunnen zijn tot die inpassing in dat totale welzijnsbe-
leid. Om de sociale beurs dus niet meer een soort onder onsje van
al die disciplines te laten zijn, maar om dat funktioneel te ma-
ken naar buiten uit.
De heer Kettenis verheugt zich over het laatste, want dat is
namelijk wat hij bedoelt. Het gaat hem er niet om dat eenaantal
disciplines een onder onsje houden, maar dat men eikaar vindt door
middel van die sociaie beurs. Hij heeft begrepen dat vandaar uit
een meer informatieve richtinq wordt bepaaid ten aanzien van de
burger van Heemstede, en daar gaat het hem om.
Punt 49.
De heer Jager verwacht van de kant van het college, naar aan-
leiding vah de diskussies die over dit punt hebben plaatsgehad,
een nadere mededeling met betrekking tot de instelling van de werk-
groep.
Wethouder Sprangers heeft inzake het nieuwe welzijnsbeleid van
C.R.M., over het vaststellen van bijdrageregelingen en in verband
hiermee de noodzaak voor de gemeente vôör 1 november 1977 een wel-
zijnsplan op te stelien, overleg gepleegd. Er is hem medegedeeid dat
er gewerkt wordt aan een bijdragereqeiing en dat er gestreefd wcrdt
naar inwerkingtreding hiervan per 1 januari 1978; over deze datum be-
staat geenszins zekerheid, dat is dus een richtdatum. Er vjordt over-
wogen in deze regeling bepalir.gen omtrent een gemeentelijk welzijns-
plan op te nemen. Een verplichting een dergelijk plan vôôr 1 november
1977 in te dienen op straffe van geen subsidie, is bij het ministerie
geheei onbekend. Als Heemstede een welzijnsplan gaat opstel ien en Tn
de komende maanden hiertoe een werkgroep gaat insteiien, dan is dat
een goede zaak en zou hij er met enige trots aan willen toevoegen dat
we dan in vergelijking met anriere gemeenten eerder voorop dan achter-
op lopen.
De heer Jager moet ten aanzien van de bijdrageregelingen afgaan
op de informatie die de wethouder nu verstrekt. Spreker heeft op ba-
sis van de begrotingsbehandeling van het ministerie van C.R.M. in de
Tweede Kamer nadrukkelijk in de handelingen van die Kamer kunnen na-
lezen, dat daar gezegd is dat men ervan uitgaat dat het per 1 janu-
ari 1978 in werking treedt, en niet dat het alleen naar een streef-
datum is, en dat men er heilig van overtuigd is dat het zal lukken.
Ten aanzien van het indienen van het plan v56r 1 november 1977, kan
hij zich inderdaad voorstelien dat mede op basis van aie Kamerdis-
kussie gezegd is dat het volstrekt niet haalbaar is die eis te stellen,
omdat vele gemeenten nog moeten beginnen.
Wel is het zo meent hij, dat als per 1 jar.uari 1978 dia bijdragerege-
ling inrierdaad gaat werken, dat dan een zodanige regeling zal zijn,
dat er een bodembedrag voor iedere gemeente, op een bepaaide manier
samengesteldzal worden uitgekeerd, maar dat er daarnaast een moge-
lijkheid is tot een extra bijdrage, als men op basis van planning kan
aangeven dat men in een achterstandsituatie ten aanzien van bepaalde
sek'toren van het welzijnsbeleid verkeert.
