Oe heer Van der Wal ziet nog wel een verschil tussen het
aanvatten vanTën aantaT projekten, waar ook duidelijk is aan-
gegeven wat de beweegredenen geweest zijn, en het wijzigen van
de begrotinqsstruktuur. Zijn fraktie geeft er de voorkeur aan
dit punt te behandelen bij de tweede fase beleidsplan. Hij meent
dat ook de P.H.-fraktie vorig jaar duidelijk heeft aangegeven dat
een aantal punten uitsluiter.d zouden kunnen worden behandeld bij
bet beleidsplan. £r is goede hoop dat de tweede fase volgend
jaar aan de orde komt en hij heeft er dan ook geen enkele behoef-
te aan thans de begrotingsstruktuur ter diskussie te stellen, re-
spektievelijk te wijzigen.
Ce heer De Jong heeft ten aanzien van ombuiging bij begro-
tingen al eens vaker in de commissie het standpunt naar voren ge-
bracht dat hij huiverig is de kontinuering van dat beleid te door-
brekc-n. Hij wacht liever af wat door het college bij het beleids-
plan ten aar.zien van dit punt en van deze reserve naar voren
wordt gebracht.
Hethouder Van Drooge merkt op dat het college heeft geant-
woord dat het wil afw'achten tot de tweede fase van het beleids-
plan is afgerond. Het spekken van de reserves, zoals de heer Vaji
.-'ynerongen dat noenit, heeft al sinds vele jaren plaatsgehad. F'or-
meel 'is het natuurlijk juist, want de rioolzuiveringsinstallatie
is uit de reserve betaald, dus komt het aan de reserve terug.
Om deze zaak te behandelen bij de tweede fase van het beleidsplan
îijkt hem op zichzeîf geen onlogische gedachte.
Volgens de heer Van Amerongen blijkt af er. toe dat de natuur
sterker is dan de leer. liij' "dacht dat iedereen in de raad het er
weî over eens was dat er wat aan de reservevorming gedaan moet
v/crden. IIu blijkt dat uitvoerinq van het beleidsplan een tamelijk
îangdurige zaak gaat worden kan men zich afvragen of men wat de
kwestie van de reservevorming betreft toch niet nu al maatregelen
zou moeten nemen.
Wetnouder Van Drooge zegt dat die reserve niet wegloopt.
De heer Van der Haî zegt dat de raad reeds twee jaar geîeden
het in aîgemeenheid er over eens was dat het weinig zin heeft om
naar reserves aan te kweken. Er is toen zeîfs een uitspraak geweest
van het coîlege dat het er de voorkeur aan zou geven die reserve
aan te wenden ter dekking van kapitaaîslasten. Het is dus niet zo
dat we ineens vandaag van mening zijn dat daarin wijziging moet
komen. Alleen zegt sprekers fraktie nu te hopen dat het beîeidsplan
volgend jaar ten aanzien van de tweede fase zal worden afgewikkeld,
tot die tijd is het beter even te wachten.
De heer Jager merkt op dat in het verîeden inderdaad aî is ge-
steld dat de reserves niet onaantastbaar zijn en dat daarmee wat zou
moeten gebeuren. Er is toen ook al gesproken over het in ieder geval
niet toevoegen van de rer.te van de saldi-reserves aan die reserves.
26 november 1976
469