26 november 1976 473
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemminq vast-
gesteld
XVI. Beroep teqen onthoudinq qoedkeuring aan bestemmingsplan
"Merlenhoven" (volgnr. 146)
De voorzitter deelt mede dat de commissies voor openbare
werken en voor de volkshuisvesting c.a. zich met het voorstel
kunnen verenigen, met dien verstande dat de ccmmissieleden, be-
horend tot de fraktie van Progressief Heemstede, hiermee niet
instemmen.
De heer Schiatmann verwijst naar zijn argumentatie in de
algemene beschouwinqen over dit punt, die hij heeft aangevoerd
om te onderstrepen dat zijn fraktie het voilediq eens is met
het standpunt van het coiieqe om in beroep te gaan. Spreker wii
nogmaals het feit onderlijnen dat door deze aktie van gedeputeer-
de staten de woningnood helaas onnodig wordt verlengd. Zijn frak-
tie betreurt dat men de belanqen die hier op het spel staan, naar
haar mening verkeerd heeft qewogen en een oneiqenlijk gebruik
heeft gemaakt van de mogelijkheid het bestemmingsplan, dat in 1975
is vastgesteld, af te wijzen.
De heer Rücker brengt naar voren dat zijn fraktie het als
uitermate teleurstellend ervaart dat de kwestie "Bestemmingsplan
Merlenhoven" andermaal een punt van diskussie moet uitmaken in
deze raad. Ter gelegenheid van de raadsbehandelinq op 28 suoustus
jongstleden heeft spreker zijn fraktiestandpunt uitvoerig uiteen-
gezet en heeft hij opgemerkt dat het toen ter goedkeuring voorge-
legde bestemminqsplan het resultaat was van gedegen en vakkundige
voorbereiding, zodat men met recht en reden mocht spreken van een
goed doorwrocht- en van alle kanten belicht stuk werk. Deze over-
wegingen waren voor de meerderheid in deze raad dan ook aanlei-
ding het toenmaals voorliggende ontwerp - met een aantal aante-
keningen in de marge - goed te keuren.
Verreweg de meeste raadsleden en niet het minst degenen die meer-
dere jaren aan de totstandkoming van het plan "Merlenhoven" had-
den gewerkt, haalden opgelucht adera in de hoop en verwachting dat
de toenmalige bezwaarden bereid zouden zijn om de op goed niveau
gevoerde procedure overziende, hun verzet te staken en vervolgens
G.S. bereid zouden blijken te zijn het desbetreffende raadsbesluit
goed te keuren. In onze naTviteit waren wij ernamelijk van over-
tuigd dat een door het college zorgvuldig geleide procedure, steu-
nend op goede juridische basis, door de hiërarchisch hoger geplaat-
ste instantie positief zou worden gehonoreerd.
Uitgaande van voren uiteengezette gedachten is de teleurstelling
van de C.D.A.-fraktie dan ook verklaarbaar, wanneer men kennisneemt
van de inhoud van het besluit van G.S. van 12 oktober jongstleden,
waarbij de goedkeuring aan het desbetreffende raadsbesluit wordt
onthouden. Zoals het college ook reeds in de aanbiedingsbrief
behorende bij het thans voorliggende voorstelopmerkt gaan G.S.
er in haar beschouwing allereerst van uit dat de bewuste aanwij-
zing van de minister van volkshuisvesting en ruimtelijke ordenir.g
van 4 april 1975 voor haar de basis moet zijn waaraan zij het be-
stemmingsplan "Merlenhoven" dient te toetsen.