430
26 november 1976
extra wordt opgevoerd, waarna men nog een aantal bedragen krijgt die
vroeger op een andere wijze werden verrekend. Alleen het laatste be-
drag van f 40.000,is spreker niet duidelijk. Voor zover hem bekend
is het bedrijfsbureau een nieuwe instelling, die dus vroeger niet be-
stond. Hij neemt aan dat dit in de begroting is meegenomen, hetgeen
zou betekenen dat het resultaat niet f 92.500,— maar f 132.500,--
zou moeten zijn.
Wethouder Van Drooge merkt op dat het natuurlijk een feit is dat
de begrotingscijfers van-fiet gemeentelijk technisch bedrijf geen ver-
gelijking bieden met voorafgaande jaren, noch met 1976 noch met 1975.
Hij meent dat dit inhaerent is aan elke verandering van systeem zo-
als men dat door de integratie van de beide bedrijven heeft gekregen.
Dat is op zichzelf te betreuren, maar de moeilijkheid is dat deze
cijfers allemaai weer uit elkaar gehaald zouden moeten worden en als
het ware weer twee begrotingen oude stijl ingediend zouden moeten wor-
den.
Voorts heeft de heer De Jong gevraagd om de rekeningcijfers over 1975,
en straks natuurlijk ook over 1976. Hie'rbij krijgt men de moei 1 ijkheid
in de andere richting, want men krijgt straks rekeningen over 1975 en
1976 van de oude bedrijven, omdat toen het gemeentelijk technisch be-
drijf nog niet bestond. De moeilijkheid is' dan dat men deze cijfers
niet met de nieuwe situatie kan vergelijken. In het overgangstijdvak
zit men eenvoudig met deze moeilijkheid. Natuurlijk krijgt de raad
de rekeningcijfers over 1975 en 1976 - volgens de oude methode - te
zien. Spreker heeft echter de bedoeling van de heer De Jong begrepen
en zal bezien wat er aan gedaan kan worden.
Spreker merkt op dat de heer Van der Wal heeft gesproken over het be-
drag van f 40.000,en heeft gesteld aan te nemen dat de lasten ver-
bonden aan het bedrijfsbureau reeds in de begroting zijn verwerkt,
en dat het hier wordt opgevoerd als zijnde een extra.
De heer Van Amerongen meent dat die f 40.000,— in de nieuwe si-
tuatie verwerkt is in de uurtarieven, hetgeen in de oude situatie
niet het geval is, vandaar dat het nu dus wel in deze opstelling moet
worden opgenomen.
Wethouder Van Drooge is dat met de heer Van Amerongen eens.
Punt 2.
De heer Kettenis vraagt het college zich eens te beraden over de
werkwijze in de sportstichting. Zijn fraktie is daar niet tevreden
over. Zowel in het dagelijks bestuur als in het totate stichtings-
bestuur zijn er voortdurend kommunikatiestoornissen. Te vaak komt
het voor dat er met name wat betreft de voorbereiding en de informa-
tie manco's optreden; zo komt het voor dat de leden op vergaderingen
de stukken niet hebben of te laat krijgen.
Hij geeft het college in overweging zich daarover nog eens te bera-
den en daar in de toekomst wat meer aandacht aan te willen besteden,
mede omdat dit een zaak is die al lange tijd speelt.
Wethouder Wi11emse vraagt of de heer Kettenis ermee akkoord gaat
dat daarover in eerste instantie eens een speciale vergadering van
de Sportstichting wordt belegd. Spreker zou die vergadering dan wil-
len uitschrijven ook voor diegenen die de heer Kettenis zou wensen.