478
26 november 1976
Gedeputeerde staten hebben geoordeeld dat dit plan niet in de
behoefte van deze regio voorziet en dat daardoorhet belang
dat met realisering van dit plan voor de volkshuisvesting zou
worden gediena, niet opweegt tegen die andere belangen. Spre-
kers frâktie acht dit een beslissir.g van ruimtelijk beleid,
waartoe gedeputeerde staten bevoegd zijn. In feite pleegt de
gemeente bij haar bestemmingsplan-vaststeningen dat soort
afwegingen telkenmale. Zij gelooft dat het onjuist is vanwege
het feit dat men het niet eens is net het resultaat van de
afweging van gedeputeerde stater,, te zeggen dat die afweging
niet had mogen plaatsvioäen.
Konkluderend is zijn fraktie thans unaniem, op basis van de
door spreker genoemde reeds bekende uitgangspunten en op basis
van de nieuwe situatie die door de niet-goedkeuring van gede-
puteerde staten is ontstaan, van oordeel dat afgezien moet wor-
den van het instellen van beroep od de Kroon. Unaniem is zij
van mening dat nu met voortvarendheid, in overleg enmet steun
van de provincie, gestreefd moet worden naar een gewijzigd of
zonodig zelfs nieuw plan, waarin in meer en goedkoper gesub-
sidieerde bouw wordt voorzien.
Wethouder Willemse wil eerst teruggaan naar de oorsprong
van deze zaak. Er laq een stuk land - waarvoor de gemeente
nooit de kans heeft gehad het in handen te krijgen - dat was
aangewezen als mogelijkheid van ruine bebouwing. Uiteindelijk
kwam er een bouwonderneming die daar wilde bouwen en waarmee
het college rond de tafel is gaan zitten. Van meet af aan is
door gemeente en bouwonderneming getracht tot een plan te komen
dat voor Heemstede realiseerbaar was. Door de financiële kant
daarvan, de grond was nu eenmaal duur, was het uitgesloten dat
hieruitsluitend sociale woningbouw kon worden gepleegd. Aanvan-
keliik was er een plan voor een groot deel vrije sektor en een
kleiner deel premiebouw. Na lange onderhandelingen îs dit plan
gewijzigd in 50-50, in de situatie van toen, financieel en
ruimtelijk, het maximaal haalbare. Het is natuurlijk we*.o dat
als men een plan opzet met als achtergrond ruime bebouwing, men
een pian gaat maken waarin iets van die ruimte terugkomt. We heb-
ben al eens eerder in Heemstede een plan gehad met uiteindenjk
een wat ruimere bebouwing. Op groot aandringen is die bebouwing
veel intensiever cjeworden. Het zijn rriooie huizen, ze zijn ook van
binnen mooimaar spreker weet niet of dit uiteindeiijk een ge-
lukkige oplossing is geworden. Zo lag het ook hier. A,s men te
intensief gaat bebouwen, is het de vraag wat er van het totaal-
plan terechtkomt. Uiteindelijk na lar.ge diskussies is de raad ak-
koord gegaan met het plan dat h,et college toen ter ta.el heeft
geleqd'. Daarna kwam de hoorzitting, waar spreker met ambtelijke
assistentie, het plan van de gemeente heeft mogen verdedigen. In
dit verband wil spreker rechtzetten dat in de beschikking van ge-
deputeerde staten inderdaad niet over woningwetbouw wordt gespro-
ken, maar over sociale bouw. De voorzitter van de commissie heeft
aan spreker gevraagd of niet was overwogen daar woningwet^ouw te
plegen, waarop spreker heeft moeten zeggen dat dit, gezien de fi-
nanciële kant, niet mogelijk was.