481
Natuurlijk is hij bereid naar Oen Haag te gaan, graag net de ge-
deputeerde, maar dan wel met een plan waarvan ook de minister
zal zeggen dat geprobeerd is alles er uit te halen en dat hier
wellicht motieven zijn om hier iets aan te kunnen doen, en waar-
van ook gedeputeerde staten straks kunnen zeggen dat dit een
plan is dat waard is om voor naar Den Haag te gaan. Dan pas
heeft het zin om naar Den Haag te qaan, maar niet op dit moment
als er nog niets gedaan is.
Het college heeft dus de bereidheid hier alles te gaan doen,
en het is dus niet waar dat het geen sociale woningbouw wenst; het
wil alle mogelijke moeite doen om nier meer sociale woningbouw te
krijgen binnen het raam van de mogelijkheden.
De heer Schlatmann is het met de reaktie van de heer Willemse
volledig eens, met name ten aanzien van dit soort stukjesschrij-
vers, die door onze vrijheid van meningsuiting een zware last op
hun schouders nemen mët een onjuiste voorlichtingVooral de heer
Borghouts beschikte duidelijk over informatie waardoor hij beter
kon weten; de heer Bomans staat sinds een paar jaar iets verder
van de stukken af. De heer Borghouts leeft zo intens mee als lid
van een steunfraktie en beschikt dus over zodanige informatie
dat hij beter zou kunnen weten. Een en ander past waarschijr.l ijk
niet in de kontext van zijn visie op deze zaak en daarom gaat hij
dan bepaalde punten in een stukje verwerken, die aanleiding zijn
voor het betoog dat de heer Willemse - naar sprekers mening te-
recht - heeft gehouden.
Sprekers fraktie blijft het college steunen in zijn standpunt om
in beroep te gaan. Niet dat zij dat als een ideale zaak ziet, in-
tegendeel, maar deze kans mpet men niet laten lopen zonder ook
pogingen in het werk te stellen de weg, die gedeputeerde staten
dan aangeeft, en die dan misschien tot iets zou kunnen leiden,
ook niet tegelijkertijd te bewandelen.
De heer Rücker merkt op dat het betoog van de wethouder zijn
fraktie uit het hart is gegrepen. De heer Jager spreekt steeds
maar over de woningbehoefte in de regio en nu is sprekers vraag
aan de heer Jager of het belang van de Heemsteedse burgers niet
iets is dat dient te prevaleren boven dat van de regio. Dat indi-
rekt hier ook soelaas in de regio gegeven wordt heeift spreker bij
eerdere gelegenheden ook al eens opgemerkt, dat is uiteindelijk
volkomen acceptabel. fiaar hij meer.t dat het streven van het Heem-
steedse bestuur primair en zeer nadrukkelijk gericht moet zijn op
het belang van de Heemsteedse ingezetenen en zij die hier een
economische binding hebben.
Voorts stelt hij op prijs van de heer Jager een reaktie te mogen
krijgen naar aanleiding van sprekers opmerking dat door dit beleid
van gedeputeerde staten, en de gang van zaken zoals hij die ge-
schetst heeft, de gemeentelijke autonomie duidelijk in het gedrang
komt.
De heer Jager is het niet eens met het betoog van de wethouder,
doch heeft weTlDewondering voor -de wijze waarop hij zeer krachtig
en kort, kort tenminste voor dit probleem, alle elementen die in
zijn 'visie bij dit plan aan de orde zijn, heeft verwoord. Door de
zeer nadrukkelijke verklaringen van de wethouder dat het college
wel degelijk van plan is pogingen te doen verder te gaan met het
proberen meer sociale woningbotiw te brengen, heeft spreker meer
vertrouwen en meer hoop daarop gekregen.
26 november 1976