26 november 1976
automaten en badpersoneelzonder dat er iemand permanent aanwezid is.
De heer Kettenis merkt op dat in het raarisbesluit staat dat juist
in de stille uren een vervanginp moest plaats vinden van iemand die
daar aanwezig was, want daar was op dat moment dan geen emplooi voor;
het was ook niet nodig dat dan iemand aanwezig was. Toen is besloten
automaten in te voeren en een vouwwand te plaatsen, hetgeen f.31.000,
heeft gekost. Dat vond spreker terecht, maar nu wordt er als het ware
een omgekeerde konstruktie naar voren gebracht, waar hij moeite mee
heeft.
Wethouder Wi11emse zegt dat er in de stille uren geen extra krach-
ten zijn. Alleen de mensen die daar normaal altijd zijn hebben dan wat
tijd - omdat er dan niet veel mensen in het bad zijn - om ook naar de
automaten te kijken. Die min of meer inproduktieve tijd wordt op die ma-
nier benut zonder dat het extra geld kost, in tegensteliing tot het jaar
daarvoor, toen er ook buiten de inproduktieve tijd nog een gehuurde
kracht was. Die besparing zit er dus zonder meer in.
De heer Kettenis meent dat die personeelskosten op een later tijd-
stip zijn ingevoegden dat de bedoeling juist was dat er middels deze
automaten een soort van beperking zou zijn in de kosten van exploitatie
var, het restaurant. De heer Van der Leeuw heeft spreker ook gezegd dat
het best mogeiijk was die zaak daar te runnen. Dan heeft spreker er moei-
te mee als langs een andere weg plotseling weer personeelskosten worden
opgevoerd.
Wethouder Willemse geeft toe dat in allereerste instantie, ook in de
sportstichting waar deze zaak werd besproken, niet direkt is uitgekomen
dat men naast de regeling die men zich dacht met behulp van de bedrijfs-
leider en het vaste personeeler toch niet aan zou kunnen ontkomen een
vaste kracht te hebben. Dat is toen in een wat later stadium gebleken en
is op een manier die eigenlijk niet 10074 was - want het is toen enigs-
zins buiten de sportstichting om gegaan, hetgeen hij al eens eerder
heeft medegedeeld - geregeld, maar de praktijk neeft uitgewezen dat men
er niet aan had kunnen ontkomen.
Punt 4
De heer Rücker merkt op dat de impasse waar zijn fraktie in de vraag-
stelling op doelde, thans een feit is'vanwege de ontvvikkeiing van de
rechtsprocedure ten opzichte van de sporthaï. Zijn fraktie betreurt dat
een eventuele realisatie van deze voorziening, die zij bij meerdere ge-
legenheden heeft aangemerkt als zijnde dringend gewenst en verantwoord,
op de lange baan wordt geschoven. Dat is echter nog niet het ergste. De
konsekwentie ten aanzien van de voorzieningen voor de hopelijk te stich-
ten Nicolaas Beetsschool spreekt naar wat nadrukkelijker aan. Spreker
vraagt dan ook of het college ai een bepaald idee heeft ten aanzien van
de.wijze waarop men de zaak van de Nicolaas Beetsschool kan opiossen.
De heer Van Emmerik vraagt of er in dit geval.een mogelijkheid van
beroep in cassatie is en of het college van plan is daar op door te gaan.
Wethouder Wiliemse zegt dat het gerechtshof te Amsterdam een uit-
spraak heeft gedaan. Het college heeft de schriftelijke motiveringen
vandaag ontvangen en zal deze op korte termijn bekijken of er eventueel
voldoende houvast in iigt verborgen om in cassatie te gaan. Spreker
vreest dat daarmee wel weer een jaar gemoeid zal zijn, maar verwacht
432