36
24 februari 1977
en gelet op het begeleidend schrijven van de Stichting Hulpdienst voor
Natuurvogeisdeze stichting noodzakelijk werk verricht voor vogels die
ergens in de provincie in nood verkeren. Gezien de grote aantallen vo-
gels - in anderhalf jaar 2600 vogels - die daar verzorgd zijn en de ve-
le soorten vogels, meent zijn fraktie dat deze stichting wel degelijk
een bijzondere taak heeft, zonder dat zij de idee heeft dat op welke
manier dan ook tegen de stichting in Haariem, het Vogelrampenfonds
geconcurreerd wordt. Bovendien spreekt haar bijzonder het feit aan dat
de stichting deelneemt aan educatieve diensten en dat ook kinderen da-
gelijks vogels kunnen bezoeken die daar verpleegd worden en niet meer
de vrije natuur in kunnen gaan. Ook v/orden daar nogal eens door de rech-
terlijke macht vogels gedeponeerd van mensen die bepaalde vogels onwet-
telijk hebben gehouden. Mede gelet op het vrij geringe bedrag dat de
stichting aan onze gemeente vraagt meent zijn fraktie dat deze mensen,
die ongelooflijk veel werk verzetten, gesteund moeten worden.
De voorzitter konstateert dat dit voorstel voldoende wordt onder-
steund en dus onderwerp van bespreking kan uitmaken.
De heer Schlatmann kan zich voorstellen dat de heer Klos het een
sympathieke gedachte vindt deze stichting te steunen, maar er zijn
natuurlijk vele instellingen en organisaties die een sympathiek doel
nastreven en die daarvoor ook financiëie middelen nodig hebben. Het
is natuurlijk uitermate moeilijk een grens te trekken, maar sprekers
fraktie meent dat wij door het steunen van de Haarlemse vereniging
op dit terrein voldoende doen. Misschien dat er, als dit een lande-
lijke zaak zou zijn, op een gegeven moment wellicht andere fondsen
beschikbaar zouden zijn om dit werk te steunen, naast de individueie
steun die ieder die dit doel sympathiek vindt uiteraard kan geven.
De heer Baar sluit zich bij de woorden van de heer Schlatmann aan.
Ook bij hem leeft de vraag of er sprake is van een doublering van de
stichting Vogelrampenfonds. Als die vraag bevestigend wordt beant-
woord - die indruk leeft bij zijn fraktie - dan vindt zij dat een re-
den te meer om aan deze stichting in Bergen het gevraagde subsidie
niet toe te kennen.
Wethouder Van Drooge deelt mede dat ook het college zich over deze
zaak heeft gebogen. Na rijp beraad is het college in zo groot mogelijke
meerderheid tot de konklusie gekomen dat het toch wel moeilijk wordt
al deze instellingen te subsidiëren. Inderdaad doet de instelling in
Bergen wel iets meer dan het Vogelrampenfondsmaar anderzijds over-
lapt het elkaar toch in belangrijke mate. Spreker gelooft dat we te
ver zouden gaan als we ook de instelling in Bergen subsidie zouden
geven. Dat zijn de overwegingen geweest die het college bewogen hebben
hier afwijzend te adviseren.
De heer Klos heeft begrepen dat de ene stichting bij calamiteiten
opereert, terwijl de andere stichting kortstondige hulp geeft aan de
individuele vogelHij vindt daarom niet dat direkt een precedent wordt
geschapen bij subsidiëring. Deze mensen hebben hun bestaan bewezen.me-
de ook omdat ze elders wel erkenning ondervinden. Spreker begrijpt wel
dat als men ergens in een tuintje vogels gaat houden en dan subsidie
gaat vragen, men daar niet zo maar aan kan beginnen. Maar in dit ge-
val meent hij dat deze mensen wel hun diensten hebben bewezen.