23 maart 1977
53
kon worden toegepast, dat was fysiek en technisch onmogelijk. Daarom
is gekozen voor een soort berekeningsmodelDie keuze is inderdaad
bewust gemaakt, rekening houdend met andere mogelijkheden. Als het
college zich dan nu afvraagt hoe frakties eigenlijk thans terug
kunnen komen op die keuze en däar twijfel over uitspreken, dan ver-
baast zijn fraktie dat enigermate omdat het toch mogelijk moet kun-
nen zijn dat men al werkende op een gegeven moment tot de ontdek-
king komt dat een bepaald weggetje misschien beter niet had kunnen
worden ingeslagen. En als men tot die ontdekking is gekomen, dan
moet men ook bereid kunnen zijn daarvan terug te keren.
Sprekers fraktie vindt ook dat men, nu we in dit kader bezig zijn
aan de integrale beleidsplanning, een stuk soepelheid moet kunnen
opbrengen om eventueel van een bepaalde metnode te kunnen afwijken
en eventueel een andere richting in te slaan. Zij heeft de indruk
dat het college deze wijze van berekening van het collectief oor-
deel enigszins als een "heilige koe" heeft aanvaard. Zijn fraktie
ziet dat niet zo. De waarde van deze wijze van berekening van het
collectief oordeel is naar haar overtuiging zeer betrekkelijk.De-
ze prioriteiten zouden er anders hebben uitgezien als de normale
wijze van besluitvorming zou zijn gevolgd. De vraag rijst dan voor
wie deze cijfers belangrijk zijn. Voor de raad bij de vaststelling
van de prioriteiter, tussen de projekten Dat is nauwelijks denk-
baar. Voor het ambtelijk apparaat om er een indikatie aan te kunnen
ontlenen bij eventuele voorstellen inzake projekten Dat zou een
hoogst bedenkelijke zaak zijn, omdat juist de waarde van deze be-
rekening zo relatief is. Daarom heeft sprekers fraktie de vraag ge-
steld of het mderdaad als zo'n essentieel gegeven moet worden be-
schouwd. Zij vindt op zijn minst dat men er dan nog eens nader over
z°u moeten praten of wij inderdaad volgend jaar weer op deze wijze
te werk moeten gaan. In de commissie voor algemene bestuurszaken
zou daarover van gedachten kunnen worden gewisseld. Zoals zi'j er nu
tegen aan kijkt blijft zij van mening dat deze wijze van werken voor
de toekomst weinig zinvol is.
Als anderzijds wordt gesteld dat we toch verder moeten, dan is zijn
fraktie het daar volledig mee eens; zij gelooft ook dat we verder.
kunnen. Dit cijferwerk geeft in elk geval aan hoe binnen de frakties
wordt gedacht. Dat kan dus een zekere indikatie inhouden, ook voor
het ambtelijk apparaat. Zij heeft er niet het minste bezwaar tegen
dat op deze wijze van deze lijsten gebruik wordt gemaakt, maar daar
zou het verder bij moeten blijven. Het ambtelijk apparaat mag wel
kijken naar het berekende collectieve oordeel van de raad, maar
kan daar verder geen praktische betekenis aan ontlenen.
Het vaststellen van prioriteiten tussen de projekten langs cijfer-
matige weg lijkt naar de mening van sprekers fraktie zeer wel moge-
lijk, omdat het bij de projekten juist gaat om konkrete zaken.waar-
van de konsekwenties op dat moment zijn te overzien, terwijl het
bovendien gaat om een veel geringer aantal projekten dan wanneer
het ging om doelstel1ingen en subdoelstellingen. Zij staat in prin-
cipe positief tegenover de vraag of daarnaast het commissoriaai
overleg een nuttige inbreng zou kunnen leveren. Zij wil daar wel
deze restriktie aan verbinden, dat de behandeling van prioriteiten
tussen projekten binnen de commissies op zichzeif een nuttige zaak