31 maart 1977
86
soort principiële keuze veronderstelt die de raad niet gedaan heeft.
Als men het er mee eens is dat hier geen principiële betekenis aan
wordt gehecht, maar dat we nu gewoon uitgaan van het vaststel1en van
de rentabiliteit van wat wij nu weten, dan kan iijst I gewoon ook
voor dit objekt volledig meespelen.
De heer Jager acht het geen geringe kans dat het college dat op
korte termijn zal moeten doen, want voor zover hem bekend vinden de
eerste bewoningsvergaderingen in die omgeving over de renovatie van
de woningen ai plaats en hij denkt dat de woonomgeving daar wel aan
gekoppeld zal moeten worden.
De voorzitter meent dat we ook binnen de geïntegreerde beleids-
planning paraat moeten kunnen reageren.
De heer Baar vraagt of het dan toch niet verstandiger is, als de-
ze mogelijkheid van eventuele budgettaire lasten er inzit, om deze
zaak niet op lijst II, maar od lijst I te plaatsen. Want de omgekeer-
de regel is ook mogelijk, namelijk als blijkt dat de budgettaire be-
hoefte inderdaad niet aanwezig is, dan kan men deze zaak alsnog te-
rugbrengen naar lijst II. Dat betekent dus dat men zo'n projekt dan
het voordeel van de twijfel gunt.
De voorzitter brengt naar voren dat we thans weten dat er een ren-
tabiliteitsgegeven is en vanuit die hoek bekeken is de plaatsing op
lijst II gekomen. Maar dit hoeft niet het einde te zijn van de Talma-
opzet. Spreker vraagt de raad zich ermee te verenigen met deze proeve
te experimenteren voor dit jaar.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
Sector IV. Economische Zaken.
De heer Baar wil een pleidooi voeren voor overplaatsing van de ka-
beltelevisie naar lijst I. AIs zou komen vast te staan dat een budget-
taire behoefte niet aanwezig is, dan kan deze zaak op lijst II blijven
staan, maar voor spreker staat dat nog niet vast. Dit is geen kwestie
die op lange termijn kan spelen; hij vindt het dus juist de kabeltele-
visie om die reden naar lijst I te brengen.
üitgaande van het principe dat we streven naar kostendekking, vindt
de heer Van der Wal juist dat deze zaak op lijst II moet, totdat blijkt
dat het niet zo is en dan gaat dit naar lijst I.
Wethouder Reeringh meent dat zojuist deze principiële benadering
vooralsnog is gekozen, zonder ons overigens op principes vast te ieggen,
dat we in het kader van deze dynamische integrale beleidsplanning ook
op korte termijn paraat moeten zijn en blijven. Dan meent hij dat er bin
-nen deze gekozen benaderinq geen bezwaar zou zijn, juist ook om wat de
heer Van der Wal stelt, om deze zaak op lijst II te plaatsen. Ais er bud
gettaire lasten mee gepaard zullen gaan, dan gaat het naar lijst I; die
kans is ook in de kabeltelevisiecommissie uitdrukkelijk opengehouden.
De heer Baar meent dat men zijn principiële redeneringen in dit geva!
van twee kanten kan' beginnen. Men kan redeneren, wat ook spreker doet,
dat als men deze zaak op. lijst II plaatst, men aan uitgaat van het prin-
cipe dat nooit een beroep zal worden gedaan op de algemene middelen.