2 juni 1977 GEBRUIK VAN HET OUDE SLOT 58 Heemstede,10 mei 1977. Aan de Raad, De Weverij De Pioeg heeft sinds het gereedkomen van de restauratie van Het Oude Slot dit gebouw gehuurd. De directie van dit bedrijf heeft ons verzocht medewerking te ver- lenen aan de beëindiging van deze huurovereenkomst op grond van minder goede bedrijfsresultaten. De aktiviteiten in het gebouwzijn inmiddels beëindigd. Wij achten het billijk de gevraagde medewerking te verlenen. Wij hebben ons uitvoerig beraden over de vraag welke bestemming thans het beste aan Het Oude Slot kan worden gegeven. De konkiusie van dit beraad is dat het o.i. in het belang van de gemeente ishet gebouw niet te verhuren aan een bedrijf of instelling doch zelf in gebruik te nemen voor culturele activiteiten. Wij menen dat er in onze gemeente behoefte bestaat aan een cultureel centrum. Het aan- wezig zijn van deze behoefte kan slechts in en door de praktijkwor- den bewezen. Het is zeker verantwoord een experiment in die richtmg te ondernemen; als tijdvak voor dit experiment achten wij maximaal twee jaar voldoende. Indien het experiment niet slaagt zal herbe- zinning nodig zijn en zal op basis hiervan een nieuw beleid moeten worden uitgestippeld. De culturele activiteiten in het gebouw zulien zeer gevarieerd kun- nen en moeten zijn om de beschikbare ruimten optimaal te benutten. Gedacht kan worden aan tentoonstellingen, kleine concerten, Iite- raire avonden, workshops voor volwassenen en kinderen, aktiviteiten ten behoeve van de kunstzinnige vorming van de schooljeugd. De Heem- steedse bevolking moet binnen de mogelijkheden van het gebouw kennis kunnen maken met diverse cultuuruitingen. Het gebruik van het gebouw voor culturele aktiviteiten slunt ander gebruik niet geheel uit. Op beperkte schaal kan gebruik door bedrij- ven (show van producten) mogelijk zijn. Tevens valt het te oven^egen 0p beperkte schaal en zonder het hoofddoel te schaden gebruik voor re cepties en soortgelijke aktiviteiten toe te staan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1977 | | pagina 9