2e afd. 30 juni 1977 74
Uit het bovenstaande kan de konklusie worden getrokken dat het "eigen
kapitaai" voor het nageslacht in stand gehouden zal moeten worden om
op die wijze optimaal zijn funktie ten behoeve van de gehele bevolking
te vervullen.
II.A. Algemene reserve en reserves voor bijzondere doeleinden.
Geraamd per 1 januari 1977 (begroting 1977) op f.5.510.528, voor
alle hieronder genoemde reserves. Algemene reserve per 1 januari 1977
geraamd op f.324.763,—De algemene reserve dient zo lang mogelijk in
stand te worden gehouden als een "stootkussen" voor minder gunstige
jaren.
Indien na verhoging van de inkomsten tot het "maximale" en verlaging
van de uitgaven tot de "strikt noodzakelijke" geen siuitende begroting
kan worden verkregen, dan zai in eerste instantie het evenwicht hersteld
kunnen worden door beschikking over de saldireserve.
Siechts indien deze reserve niet aanwezig is, kan een beroep worden ge-
daan op de algemene reserve.
Zie verder punt IV "Saldi-reserve"
Gelet op het feit dat de algemene reserve in stand gehouden moet worden
voor de "stootkussenfunktie" is het te verdedigen dat de bespaarde ren-
te van deze reserve aan de gewone dienst ten goede komt.
Zou het uitgangspunt zijn dat de algemene reserve vrij besc'hikbaar moet
zijn als dekkingsmiddel voor gewone- of kapitaaldienst, zoais bij de be-
stemmingsreserves het geval is, dan zou de bespaarde rente aan de reser-
ve toegevoegd moeten worden omdat dan bij beschikking over de reserve
geen nieuwe dekkingsmiddelen voor de gewone dienst gevonden hoeven te
worden.
De reserve uitkeringen gemeentefonds is ontstaan uit een na-uitkering
over de jaren 1948 tot en met 1950. (per ljan.1977 geraamd op
f.578.315, Deze uitkering is oorspronkelijk bedoeld als een kon-
junktuur-reserve voor minder gunstige jaren.
Bij de toen geldende financiële verhoudingsregeling rijk-gemeenten wer-
den de aan het gemeentefonds toevloeiende middelen jaarlijks opgedeeld.
Bij een konjunkturele terugslag zou de belastingopbrengst verminderen
en daardoor de inkomsten van het gemeentefonds aantasten.
In de financiële verhoudingswet 1960 is echter het verband tussen jaar-
lijkse inkomsten van en uitkeringen uit het gemeentefonds losgelaten.
- 3 -