2e afd.
30 juni 1977
67
Onder volledige kindertoelage wordt verstaan:
a. voor wat betreft het eerste en het tweede kind, het bedrag
dat voor een zodanig kind aan kindertoeiage geldt ingevolge
artikel 5, eerste lid, onder a, van de Kindertoelageregeling
overheidspersoneel
b. voor v/at betreft het derde en ieder volgend kind, een bedrag
dat over een kwartaal gerekend voor een dergelijk kind aan
kinderbijslag geldt ingevolge artikel 11, eerste iid, onder-
scheidenlijk onder de letters a tot en met d, van de Algemene
Kinderbijslagwet.
Indien de ambtenaar - anders dan wegens ziekte, verlof met behoud
van bezoldiging of vakantie zijn betrekking niet gedurende de ge-
hele maand heeft vervuld - ontvangt hij een evenredig deel van
het op hem toepasselijke hierboven omschreven bedrag.
4. Met betrekking tot de telling van de in het vorige lid bedoelde
kinderen is van overeenkomstige toepassing het bepaalde in arti-
kei 3 van de Kindertoelageregeling overheidspersoneel onderschei-
denlijk in artikei 9 van de Algemene Kinderbijslagwet.
5. De vakantietoelage v/ordt eenmaal per kalenderjaar uitbetaald over
de periode van 12 maanden, beginnende met de maand juni van het
voorafgaande kalenderjaar
In afwijking van het bepaalde in de vorige zin vindt uitbetaling
ook plaats bij ontslag van de ambtenaar, tenzij dit ontslag zon-
der onderbreking wordt gevolgd door een andere betrekking bij de
gemeente, met een werktijd van gelijke duur als die in de laatst-
beklede betrekking, en wel over het tijdvak tussen het einde van
de laatstverstreken periode van 12 maanden en de datum van het
ontslag.
6. a. De voorgaande leden van dit artikel zijn niet van toepassing op
de ambtenaar, die in werkelijke militaire dienst is of te werk
is gesteld in de zin van artikel 8 of 9 van de Wet gewetensbe-
zwaren militaire dienst (Stbl. 1962, nr. 370).
b. Aan de ambtenaar, die gedurende twaalf maanden voor eerste oefe-
ning in werkelijke dienst is geweest of - indien hij een eerste
oefening van kortere duur had te vervullen - die eerste oefe-
ning heeft volbracht of te werk is gesteld in de zin van artikel
8 of artikel 9 van de Wet gewetensbezwaren militaire dienst en
die vervangende dienst gedurende twaalf maanden heeft vervuld,
wordt een bedrag uitgekeerd, dat gelijk is aan het verschil tus-
sen het bedrag, dat hij als vakantie-uitkering uit hoofde van
zijn militaire dienst of tewerkstelling in de zin van de Wet ge-
wetensbezwaren militaire dienst ontvangt en het bedrag aan vakan
tietoelage - mits dit hoger is - dat hij zou hebben ontvangen in
dien de voorgaande leden op hem van toepassing zouden zijn en de
toelage zou zijn berekend op basis van de volle aan zijn betrek-
king verbonden bezoldiging.
- 4 -