ruimte 0,007 tot 0,014 m3/s per persoon bedraagt, berekend op
het maximale aantal te verwachten personen en mede gelet op de
omstandigheid of in de ruimte wel of niet mag worden gerookt.
In een besioten rundveestal dient de gezameniijke oppervlakte
van de aanvoeropeningen ten minste gelijk te zijn aan het aantal
stuks vee, waaraan de stal plaats biedt, maal 0,03 m2 met een
minimum van 1/150 deel van de vloeroppervlakte.
In een paardenstal moet de vorenbedoelde oppervlakte ten minste
gelijk zijn aan het aantai paarden waaraan de stai piaats biedt,
maal 0,05 m2 met een minimum van 1/100 deel van de vloeropper-
vlakte.
PARAGRAAF 4a: Geluidwering
Stallen H
De aanvoer van verse lucht moet in een stal regelbaar zijn en
de aanvoeropeningen moeten gelijkmatig over de stal zijn ver-
deeld.
In een varkensstal moet de vorenbedoelde oppervlakte ten minste
1/100 deel van de vloeroppervlakte bedragen.
Ook de afvoer van staldampen in de vorengenoemde stallen moet
regelbaar zijn. De gezamenlijke oppervlakte der afvoeropeningen
moet gelijk zijn aan die van de aanvoeropeningen.
Indien ventilatiekokers worden toegepast, moeten deze ten minste
0,50 m boven het hoogste punt van het dak uitmonden en van een
kap tegen valwinden zijn voorzien.
Het is niet raadzaam ventilatiekokers boven de standplaatsen van
het vee aan te brengen, tenzij een voldoende afscherming tegen
invallende koude lucht is aangebracht.
PARAGRAAF 4a
In hoofdstuk 3B wordt een nieuwe paragraaf 4a opgenomen betref-
fende de artikelen 116 t/m 119, luldende:
Deze nchtlijnen voor de ventilatie van stallen zijn ontleend aan een
rapport van een werkgroep van functionarissen uit de kringen van bouw-
mjverheid en landbouw. De werkgroep stond onder voorzitterschap van ir. F
Uttevangers, hoofdingenieur-directeur van de volkshuisvesting en de bouw-
mjverheid voor de provincie Noord-Holland.
60