Bij gebouwen met een dakrand van ca. 0,3 m hoogte boven het dak-
vlak is de kans op het afwaaien van grind gering. Omdat de
grootste drukverschillen in het algemeen langs de dakrand plaats-
vinden, kan daar een strook betontegels worden verlangd; een
strookbreedte van ca. 1 m is in het algemeen voldoende. Ook is
het mogelijk om op grond van deze bepaling de toepassing van
fixeermiddelen voor te sdhrijven. Voor gebouwen die uit een
bouwlaag bestaan zijn deze maatregelen in het algemeen echter
niet nodig.
ARTIKEL 198
In het slot van de wenk voor de toepassing wordt '(NEN 3152, NEN
3123, enz.)' vervangen door: '(NEN 3123, NEN 3891, enz.)'.
ARTIKEL 199
Als wenk voor de toepassing wordt opgenomen:
Lid 1. Richtlijnen in verband met de toepassing van dit artikel
kunnen worden ontleend aan NEN 3564 (Het beglazen van gebou-
wen), NEN 3660 (Ramen: luchtdoorlatendheid, waterdichtheid,
stijfheid en sterkte. Beproevingsmethoden) en NEN 3661 (Ramen:
luchtdoorlatendheid, waterdichtheid, stijfheid en sterkte. Eisen).
ARTIKEL 201
Voorafgaande aan de wenken voor de toepassing wordt opgenomen:
Algemeen. Ingevolge het bepaalde in artikel 170 kunnen ramen in
wanden tussen woningen of wooneenheden en gemeenschappelijke
gangen of trappen slechts bij vrijstelling worden toegestaan.
In de wenk voor de toepassing van lid 2, onder a, laatste zin, wordt
de aanduiding '(NEN 3152, NEN 3123, enz.)' vervangen door: '(NEN
3123, NEN 3891, enz.)'.
In de wenk voor de toepassing van lid 2, onder b, de laatste zin
vervangen door:
Zie hiertoe NPR 5070.
ARTIKEL 202
In de wenk voor de toepassing van lid 3 wordt de verwijzing naar
lid 4, onder a of c vervangen door een verwijzing naar lid 5, onder
a of c.