4e afd. 25 augustus 1977 88
oordeel hierover van de deelnemers aan gedeputeerde staten ter goed-
keuring.
4. Het dagelijks bestuur doet de deelnemers binnen veertien dagen mede-
deling van de vaststelling van de begroting, onder mededeling van
de wijzigingen, die bij de vaststelling in het ontwerp zijn aange-
bracht.
5. Met inachtneming van de beslissing als bedoeld in artikel 36, lid 3,
wordt een voorstel tot wijziging van de begroting, vergezeld vande
bijbehorende toelichting, door het dagelijks bestuur aan de deelne-
mers toegezonden, die hun oordeel daaromtrent binnen een maand na
verzending van het voorstei aan het algemeen bestuur kunnen kenbaar
maken.
6. Daarna besluit het algemeen bestuur al dan niet tot wijziging van
de begroting en zendt een besluit tot wijziging aan gedeputeerde
staten ter goedkeuring, onder overlegging van het oordeel van de
deelnemers en van zijn oordeel daarover.
7. Na ontvangst van de beslissing van gedeputeerde staten over de be-
groting of de begrotingswijzigingen worden de deelnemers door het
dagelijks bestuur hiervan in kennis gesteld.
ARTIKEL 38
1. Buiten de goedgekeurde begroting kunnen geen uitgaven geschieden.
2. In gevallen van dringende spoed kan het algemeen bestuur bij hoof-
delijke stemming niettemin besluiten, dat een zodanige uitgave
wordt gedaan, mits dit besluit tezamen met het besluit tot wijzi-
ging van de begroting terstond ter verkrijging van de goedkeuring
van gedeputeerde staten wordt ingezonden.
3. Het bepaalde in artikel 248a van de gemeentewet is van overeenkoms-
tige toepassing.
ARTIKEL 39
1. Het dagelijks bestuur legt jaarlijks vöor 1 april aan het algemeen
bestuur verantwoording af over het afgelopen boekjaar in aanslui-
ting aan de posten van de begroting en onder overlegging van een
ontwerp-rekening met de daarbij behorende bescheiden en een bereke-
ning van de door de deelnemers te betalen bijdragen overeenkomstig
artikel 40.
Het dageiijks bestuur zendt tegelijkertijd de ontwerp-rekening, een
daarbij behorende redelijke specificatie en een berekening van de
door de deelnemers te betalen bijdragen overeenkomstig artikel 40,
aan de deelnemers, die hun oordeel daaromtrent vöör 1 juni aan het
algemeen bestuur kenbaar kunnen maken.
2. Het algemeen bestuur stelt de rekening, nadat deze door de deskun-
dige, bedoeld in artikel 33, lid 3 onder d is onderzocht, voorlo-
pig vast. De voorlopige vaststelling van de rekening vindt plaats
vöör 1 september. - ld -