a. indien een gasafvoerkanaal aanwezig is dat mede voor
ventilatiedoeleinden kan worden gebruikt;
b. indien een doeltreffende mechanische inrichting voor lucht-
verversing aanwezig is.
ARTIKEL 114
Herkomst van de ventilatielucht
In woningen en wooneenheden die mechanisch worden geventileerd,
mag de toetredende ventilatielucht voor de hoofdwoonkamer, de
keuken, de bijkeuken, de badruimte, het privaat en de bergruimte
uit kamers afkomstig zijn; de ventilatielucht voor de laatstbedoelde
kamers moet rechtstreeks van buiten afkomstig zijn.
ARTIKEL 115
Nadere eisen voor ventilatie
Nadere eïsen kunnen worden gesteld met betrekking tot de ven-
tilatie van ruimten in niet tot bewoning bestemde gebouwen.
Paragraaf 4A
In hoofdstuk 3B wordt een nieuwe paragraaf 4A opgenomen,
bestaande uit de artikelen 116 t/m 119, luidende:
Paragraaf 4A: Geluidwering
ARTIKEL 116
Geluidwering in tot bewoning bestemde gebouwen
1. Tussen twee ruimten, die hetzij in hetzelfde gebouw, hetzij in
verschiilende aan elkaar grenzende gebouwen zijn gelegen moet
de isolatie-index voor luchtgeiuid, als bedoeld in NEN 1070,
uitgave 1976, ten minste bedragen:
a. 0 dB ter bescherming van een kamer of keuken van een
woning, dan wel een kamer van een wooneenheid tegen
geluid, afkomstig uit een buiten die woning of die wooneen-
heid gelegen, besloten ruimte;
b. -5 dB ter bescherming van een andere ruimte dan een
kamer of keuken van een woning, dan wei een andere ruimte
dan een kamer van een wooneenheid tegen geluid, afkomstig
11