c. het toepassen van in voldoende mate rook- en brandwerende afscheidingen tussen viuchtwegen en andere ruimten; d. het toepassen van in voldoende mate rook- en brandwerende afscheidingen tussen gemeenschappelijke trappen en andere (deien van) vluchtwegen in het gebouw; e. het toepassen van in voidoende mate brandwerend uitge- voerde dragende constructies. 2. Gebouwen moeten zodanig zijn samengesteld, dat ten gevolge van brand schade aan belendingen en omringende bebouwing zoveei mogeiijk wordt voorkomen. 3. Aansluitingen van constructiedelen onderling of aan andere constructiedeien mogen de vereiste brandwerendheid van de be- trokken constructies niet nadelig beïnvloeden. ARTIKEL 163 Van artikel 163 wordt de tekst vervangen door: 1. Wanden van tot bewoning bestemde gebouwen moeten een brandwerendheid hebben die voldoet aan tabel 1. Kolommen van tot bewoning bestemde gebouwen moeten een brandwerendheid hebben die ten minste gelijk is aan: a. de vereiste brandwerendheid van de door de kolom gedra- gen constructie; b. de vereiste brandwerendheid, gebaseerd op het criterium van bezwijken van de betrokken wand, indien de kolom in een balkdragende of balksteunende wand is opgenomen. Van wanden en kolommen van tot bewoning bestemde gebouwen mag de bijdrage tot de brandvoortplanting, als bedoeld in NEN 3883, uitgave 1975, niet meer bedragen dan volgens: a. klasse 2 in gemeenschappelijke vluchtwegen, behoudens in de gevallen genoemd onder b; b. klasse 3 in niet-gemeenschappelijke vluchtwegen en in - open gemeenschappelijke vluchtwegen, - besloten gemeenschappelijke vluchtwegen ten behoeve van woningen of wooneenheden die over twee of meer vlucht- wegen beschikken, - gangen in gemeenschappelijke bergruimten; c. klasse 4 in overige gevallen. 2. 3.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1977 | | pagina 60