ARTIKEL 179 Van artikel 179 worden het opschrift en de tekst vervangen door: Warmte-isolatie van vloeren van niet tot bewoning bestemde gebouwen Nadere eisen kunnen worden gesteid met betrekking tot de warmte- isolatie van vloeren van niet tot bewoning bestemde gebouwen. ARTIKEL 180 Van artikel 180 worden het opschrift en de tekst vervangen door: Vochtwerend vermogen van vloeren 1. Vloeren moeten waterdicht zijn indien zij in aanraking komen met de grond of met water. 2. Vloeren van niet-besloten ruimten, die gelegen zijn boven beslo- ten ruimten van tot bewoning bestemde gebouwen, moeten waterdicht zijn. 3. Vloeren van balkons, galerijen, hellingbanen en dergelijke, van tot bewoning bestemde gebouwen, moeten waterdicht zijn, indien ze meer dan 1,5 m boven het terrein ter plaatse zijn gelegen. 4. Nadere eisen kunnen worden gesteid met betrekking tot het vochtwerend vermogen van vloeren in niet tot bewoning be- stemde gebouwen. 5. Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in: a. iid 1, voor vloeren die in aanraking komen met de grond, indien de hoeidanigheid van de bodem en de grondwaterstand zuiks wettigen; die deel uitmaken van de onderbegrenzing van een gebouw, alsmede vloeren die kamers, keukens en badruimten van een woning of een wooneenheid scheiden van een kelder, een berging, een garage of van een niet tot die woning of wooneenheid behorende besloten ruimte, moeten een warmteweerstand R, als bedoeid in NEN 1068, uitgave 1964, hebben van ten minste 0,25 m2 K/W. Niet van toepassing is het bepaalde in dit lid voor vloeren die de scheiding vormen met een bergzolder, mits voldaan wordt aan het bepaaide in artikel 188, lid 3. Bij de beoordeling van de in dit artikel genoemde warmteweer- standen mogen plafonds en dekvloeren worden meegerekend.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1977 | | pagina 66