197
25 augustus 1977
Met betrekking tot de clausule over de schade is spreker van mening
dat die naar zijn geaardheid niet past in een dergelijke verordening.
Bovendien heeft men niet alleen met een redelijk opererende overheid
te maken, maar is er voor een dergelijke figuur een pakket van maat-
regelen in de wet neergelegd. Spreker zal een informatie hieroverin
de folder laten opnemen.
De heer Baar meent dat er sprake is van een misverstand, hetgeen
in de eerste plaats betrekking heeft op de tariefstel1ingDe wethou-
der hee/t de sugges.tie gewekt dat aeze 1% voor de eerste 2 jaar zou
gelden. Spreker meent dat niets minder waar is. In eerste instantie
heeft hij al gewezen op het vooroverleg dat we gevoerd hebben en op
het feit dat in dat vooroverleg gekozen is voor een gematigd aan-
vangstarief van f 12,50, maar dan net een zodanige indexering dat on-
geveer binnen 10 jaar de aanloopverliezen gekompenseerd zouden zijn,
afgezien even van het rentepercentage, met de aannames van de 8% in-
flatiekorrektie en de bezettingsgraad van 80%. Hij gelooft niet dat
het ooit in de bedoeling heeft gelegen deze 1% te beperken tot de
eerste 2 jaar. Het zou betekenen dat met inachtneming van deze aan-
names in elk geval die 7I voor een periode van 10 jaar als uitgangs-
punt heeft gediend.
De heer Van der Wal merkt op dat het praten over de eerste 2 jaar
als achtergrond heeft gehad dat in de commissie is uitgesproken dat
los van de aannames, we de eerste 2 jaar eventueel bereid zullen zijn
om te verhogen met 1% en als daaruit een nadelig saldo voortvloeit,
dat ten laste te brengen van de algemene middelen. Dus ook al zouden
deeerste 2 jaar de aannames niet kloppen, dan zou niet direkt een
wijziging worden gebracht in het percentage van 1%, hoewel dat natuur-
lijk niet uitgesloten is in een heel gekke situatie en dat dan vervol-
gens. als er sprake is van een aansluiting van minimaal 80% en een in-
flatie van maximaal 8%, wordt verhoogd met 7%. De wethouder sprak over
"na 2 jaar" en daaruit zou men kunnen konkluderen dat het iets anders
lag.
Wethouder Reeringh kan zich verenigen met de zienswijze van de he-
ren Baar en Van der Wal.
De heer Baar gelooft, mede gezien de wijze waarop wij tot deze af-
spraken zijn gekomen, dat het zonder meer nodig is - hij begrijpt dat
het moeilijk is dit in de verordening te regelen juist in verband met
die aannames - dat deze zaak in de folder vrordt omschreven opdat de
burger in elk gevai de intentie kan proeven die achter deze hele op-
zet zit. Wij kiezen dus voor een wat gematigd aanvangstariefjuist
cm deze zaak naar buiten zo aantrekkeiijk mogelijk te maken, hoewei
dat natuurlijk niet mag betekenen dat dan het overige bestanddeel
van deze afspraak voorlopig maar binnenshuis wordt gehouden in de
gedachte dat we dat dan later wel weer zien. De eeriijkheid gebiedt
daarmee nu ook naar buiten te treden, uiteraard met inachtneming van
de mogelijkheid van een jaarlijkse beoordeling van deze tariefaanpas-
sing door de raad onder de dan geldende omstandighadenEn als het
inflatiepercentage 15% zou zijn - het tegendeel is ook mogelijk en
dan hoeft men niet naar 7% - dan is er ook een gegrond argument om
van de 7% af te wijken.
Wat betreft het uitfilteren van signalen ten behoeve van bewoners van
woningen dne tot nu toe een aansluiting hebben op een gemeenschappelijke