6e afd.
ARTIKEL 3.
27 oktofaer 1977
132 b
Belastingjaar.
Het belastingjaar begint op 1 januari en eindigt op 31 december.
ARTIKEL 4.
Tarief graven.
1. Voor het recht van begraven in een graf, waarin uitsluitend door
de rechthebbende mag worden begraven is verschuldigd:
a. voor de tijd van 75 jaren f 3.087,--
b. voor de tijd van 10 jaren f 493,50
2. Voor verlenging van het recht, bedoeld in 1id 1,
is verschuldigd, voor elk jaar f 49,--
3. Restitutie van de in de leden 1 en 2 vermelde be-
dragen vindt niet plaats bij het tussentijds verval-
len van het recht op een graf.
4. Voor een graf waarin mag worden begraven zonder het
uitsluitend recht tot begraven door de rechthebbende,
zijn geen rechten als bedoeld in dit artikel ver-
schuldigd.
ARTIKEL 5.
Tarief begraven.
1. Behoudens het bepaalde in artikel 4 is voor het begra-
van verschuldigd
a. voor een lijk van een persoon van 12 jaar of ouder f
b. voor een lijk van een kind van 1 jaar doch jonger
dan 12 jaar
c. voor een lijk van een kind beneden de leeftijd
van 1 jaar f
2. Voor het bijzetten van een asbus is verschuldigd f
3. Vcor het begraven van een lijk des zaterdags na
12.30 uur en overige dagen na 14.00 uur is verschul-
digd boven de in lid 1 vermelde rechten f
4. Het in lid J vermelde recht is niet verschuldigd, in-
dien de begraving na de in dat lid genoemde uren ge-
schiedt op verzoek van de gemeente.
370,—
185,—
92,50
185,—
123,25
- 12- -