253
mogelijkheid gezien, staande de vergadering, on nog wat dieper en met
wat meer toelichting op de zaak in te gaan. De heer Borghouts stelt
dat in de memorie van toelichting op de wet Arob staat dat het betrok-
ken orgaan de zaak in volle omvang in overweging moet nemen als er spra-
ke is van een bezwaarschrift. Ook spreker kent die toelichting doch het
orgaan waar het in dit verband om gaat is de raad. Hij meent dan ook
mët het college, dat daar waar de besluitvorming moet plaatsvinden, name-
lijk in het forum van de raad, ook de diskussie zai moeten worden gehou-
den. Het manco dat de heer Borghouts dan konstateert, heeft betrekking
op het feit dat van het college in zijn visie verwacht had mogen worden
dat andermaal een ontwerp-besîuit aan de raad zou worden voorgelegd.
Spreker zegt dat het college destijds een voorstel aan de raad heeft ge-
daan, waarbij de raad de kans heeft gehad daarover in volie omvang een
diskussie aan te gaan. Wat daar ook van zij, er is een afwijzende beslis-
sing gekomen van het orgaan dat op dat moment bevoegd was, namelijk de
raad. Er is een bezwaarschrift van de zijde van Release gekomen dat door
de commissie voor de beroepschriften, die een delegatie terzake heeft
gekregen, is behandeld. Degenen die namens Release hebben kunnen optre-
den, hebben dat ook in volle omvang kunnen doen. Dan is het in de visie
van het college een goede en ook een voor de hand liggende zaak dat het
college dan in feite niet meer hoeft te doen - als het tenminste geen
aanleiding vindt om op zijn standpunt terug te komen - dan de zaak an-
dermaal te agenderen en slechts die informatie aan de raad te geven die
te dezen dienstig is en die informatie is het proces-verbaal van de com-
missie voor de beroepschriften. Ais het college in de gevolgde procedure
en in de argumentatie die gebezigd is aanleiding had gevonden haar stand-
punt te wijzigen, dan had spreker zich kunnen voorstellen dat een uit-
voeriger gedokumenteerd stuk op tafel had kunnen liggen.
Nu het college gemeend heeft dat aan de door haar in het verleden reeds
gebezigde argumentatie geen wezenlijke nieuwe argumenten en elementen
behoorden te worden toegevoegd, is het een volmaakt normale zaak dat
het college zich in deze zo heeft opgesteld en ook geen nieuwe punten
harerzijds, ais zijnde ook het niet bevoegde orgaan - formeel dus heel
juist - naar voren heeft gebracht.
Als de heer Borghouts naar voren brengt dat het eron gaat de beiangen
van de bezwaarden het volle pond te geven, zal iedereen dat kunnen on-
dersteunen. Spreker hoopt alleen dat hij uit deze zinsnede niet behoeft
af te leiden dat hij van mening is dat door deze handelwijze van het
college - procedureel - deze bezwaarde niet het volle pond heeft gekre-
gen. Dat ziet het college namelijk anders.
Spreker acht de veroordeling van een nedewerkster van Release niet rele-
vant voor de benadering van de zijde van het college.
De heer Baar merkt inzake de veroordeling van een Release-medewerk-
ster op dat hij aanneemt dat er ten aanzien van die veroordeling hoger
beroep mogelijk is en uiteindelijk zelfs cassatie. Dus ook in die zaak
heeft de rechter het laatste woord nog niet gesproken.
Wat de procedure betreft is het inderdaad zo dat de gemeenteraad het
orgaan is. Maar een goed gebruik is dat de besluiten van de raad door
het college worden voorbereid en in die zin zou dus een gemotiveerd
ontwerp-besluit alleszins op zijn plaats zijn geweest. Hij gelooft dat
dit in de toekomst wel de procedure moet zijn, maar hij heeft niet de
indruk gekregen dat het college er zelf anders over denkt. Het college
heeft zich dus in dit geval mede laten leiden door de voorgeschiedenis,
waarvoor hij wel begrip kan opbrengen. Wat dat betreft is juist deze
27 oktober 1977