307
15 december 1977
van belang om te voorkomen dat na vijf jaar de gemeentelijke belastin-
gen niet plotseling sterk zullen moeten worden verhoogd om een eventu-
eei gat in de financieringsmiddelen te dekken. Op deze wijze blijft
de mogelijkheid bestaan van een geleidelijke aanpassing van de belas-
tingen. Overigens is het nog lang niet zeker dat er na vijf jaar in-
derdaad een gat in de dekkingsmiddelen zal vailen. Er is immers altijd
nog de mogelijkheid van nieuwe reservevormingzeker bij de ruime wij-
ze van begroten die in onze gemeente wordt toegepast. Rovendien hebben
wij ons in het beleidsplan ten doel gesteld de uitgaven kritisch te be-
kijken. Daarmee wil natuurlijk niet gezegd zijn dat zulks in het ver-
leden niet gebeurde. în het kader van onze integrale planning doen zich
in dit verband echter nieuwe en betere mogelijkheden voor en deze zul-
len terdege moeten worden benut. Het lijkt ons bepaald niet uitgesloten
dat langs deze weg bepaalde bezuinigingen kunnen worden gerealiseerd
Met name voor dit aspekt willen we zeer nadrukkelijk de aandacht van
het college vragen.
Er zou over deze materie nog veei meer te zeggen zijn, maar de tijd
laat dit niet meer toe. De konsekwenties van het besluit tot verhoging
van de onroerend-goedbelasting kunnen bij het desbetreffende voorstel
nog aan de orde worden gesteld. Ik zal daar nu dan ook niet verder op
ingaan.
Rest mij tenslotte, mijnheer de voorzitter, een woord van hartelijke
dank uit te spreken aan het adres van alîen die zich in dienst van
onze gemeente in het afgelopen jaar op vaak voorbeeldige wijze hebben
ingezet voor het welzijn van de inwoners. Ook het colîege van burgemees-
ter en wethouders willen we in die dank betrekken. De beide anderefrak-
ties wiî ik eveneens harteîijk bedanken voor de vruchtbare en vriend-
schappeîijke samenwerking. Last but not least is het mij een bêhoefte
allen, ambtenaren, burgemeester en wethouders en mede-raadsleden, voor
het komende jaar in gezin en arbeid Gods rijke zegen toe te wensen."
De heer Jager: "Mijnheer de voorzitter. Bij de behandeling van deze
4e en laatste bëgroting van deze zittingsperiode zaî ook ik mij in te-
genstelling tot het tot nog toe gebruikelijke niet laten verleiden tot
een uitgebreide terugbîik en evaluatie van deze nu voor 3/4 achter ons
liggende raadsperiode. Ook mijn fraktie is van oordeeî dat in onze
steeds meer inhoud krijgende nieuwe vorm van besturen van de gemeente
het volgend voorjaar daarvoor een geschikter tijdstip is. Dan immers
zullen we ons opnieuw buigen over het beleidsplan van de gemeente om
dat aan te passen aan de nieuwe omstandigheden en ontwikkeîingen en
om, het zal u niet verbazen, te trachten het meer in overeenstemming
te brengen met onze politieke uitgangspunten en doeîstellingen.
Voor deze verschuiving naar het voorjaar is sinds kort nog een extra
reden. Konden wij imrners tot voor kort noa met enige mate van zeker-
heid bij ons beleid rekening -houden met wat ons vanuit Den Haag te
wachten stond, thans verkeren wij daarover in grote onzekerheid. Kon-
den we tot voor kort uitgaan van de beperking van de groei van de
overheidsuitgaven met zo'n 4 miljard (de 1% operatie van Duisenberg)
thans staat vrijwei vast dat het zal gaan bij hc-t nieuwe minderheids-
kabi.net van CDA/VVD om beperking met zo'n 10 tot 12 miljard. Het kan
naast niet anders of dit zal grimmige gevolgen hebben voor de gemeen-
ten b.v. in de sfeer van het onderwijs, het weîzijnsbeîeidde wijk-
vernieuwing, woningbouw en de sociaîe voorzieningen.
Immers wie vangt de eerste kîap op als in deze voorzieningen wordt
gesneden? De gemeente, waar nameîijk de burger in veel gevallen moet