15 decenber 1977 336 genomen van de reaktie van de wethouder. Hij begrijpt dat de wethcuder een zekere teleurstelling heeft over de wijze waarop de raad heeft ge- reageerd. Hij zal echter moeten begrijpen dat waar met name vorig jaar de gehele raad dit punt zo aan de orde heeft gesteld, hij dan ook araag wat resultaten had gezien. De wethouder maakt de vergelijking met de integrale beleidsplanning. Dat geeft wel aan dat alles niet zo eenvou- dig is als men misschien wel denkt, maar spreker gelooft niet dat men de vergelijking helemaal zou mogen doortrekken. Hij konkludeert dat zijn fraktie de indruk heeft gekregen dat vanaf nu zeer aktief zal wor- den gewerkt en dat de door haar gevraagde nota het licht zal zien. De reaktie van de wethouder op sprekers opmerking over het werkvoorzie- ningsschap heeft spreker veel deugd gedaan. Met betrekking tot de externe adviseurs heeft spreker in zijn algemene beschouwingen het accent gelegd op de waakzaamheidAls dat accent ook in de toekomst bij het college nog eens in gedachte zal komen, dan heeft hij wat dat betreft zijn doel bereikt. Inzake de door de P.H.-fraktie ingediende moties zegt spreker dat zijn fraktie gaarne haar stem aan de loyaliteitsmotie zal geven. Aan de tweede motie - de uitnodigingsmotie - zal zijn fraktie haar stem niet onthouden, zij het dat het effekt hiervan naar haar gevoel mogelijk wat minder zal zijn dan het effekt van motie 1. Sprekers fraktie meent dat duidelijk is te konstateren dat men name in deze raadsperiode de wijze van funktioneren van de raad c.q. het bestu- ren van het lokaal gebeuren een totaal andere is geworden dan in de daar aan voorafgaande periode. Zij gelooft dat men in algemene zin kan konsta teren dat dit een goede zaak is voor het lokaal gebeuren. Spreker meent wel dat men als raad moet oppassen in de verlangens niet zover te gaan, dat men zijn stoel achter deze tafel wil inwisselen voor een stoel ach- ter de andere tafelHij zegt niet dat het zo zal gebeüren, maar hij wil er voor waarschuwen dat er een onderscheid is tussen de verantwoorde- lijkheid die men als raadslid heeft en de verantwoordelijkheid die de leden van het college hebben. De heer Jager wil daar graaq enige verduidelijking over hebben, want hij begrijpt deze opmerking niet. De heer Van der Mal zegt dat uit een aantal verlangens uit de algeme- ne beschouwingen van de heer Jager de indruk zou kunnen worden gewekt, dat het beleid van de raad met betrekking tot het dagelijks bestuur wel eens zover zou kunnen gaan, dat er een grensoverschrijding zou kur.nen plaatsvinden tussen de verantwoordelijkheden van de raad en het college. Als voorbeeld noemt spreker de door de heer Jager aangehaalde aspekten ten aanzien van het personeelsbeleid, het integratiebeleid en een aan- tal aspekten ten aanzien van het qemeentelijk technisch bedrijf - geen enkele integratie verloopt vlekkeloos - waarbij de kans niet uitgeslo- ten is dat als men zich als raad niet in acht neemt, men misschien zo- ver komt dat men de door spreker genoemde grens zou willen of kunnen overschrijden. De heer Baar dankt het college voor de uitvoerige en gedegen wijze van beantwoording van de beschouwingen. Hij juicht toe dat wethouder Reeringh heeft medegedeeld dat er in het voorjaar van de zijde van. het college een nota zal komen waarin de procedure van de begrotings- behandelinq aan de orde zal worden gesteld en bover.dien de vraag on- der ogen zal worden gezien hoe nu werkelijk iets zal kunnen worden ge- daan aan het bekijken van de traditionele uitgaven. Hij vraagt zich

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1977 | | pagina 49