15 december 1977
338
akoord met het eerst bekijken van de vraag welke procedure er zal moe-
ten worden gevolgd, waarbij overleg zal worden gepleeqd met alle disci-
plines. De totstandkoming van de onderwijsnota zal inderdaad veel tijd
verqen. Juist daarom is zijn fraktie niet zo gelukkig met de opmerking
van de wethouder, dat wellicht ook de vraag of in de sektor van het
openbaar onderwijs moet worden overgegaan tot insteliing van commissies
ex artikel 61, waaraan dus een bepaald aantal nader uit te zoeken be-
voegdheden moet worden overgedrageningebracht moet worden bij de sa-
menstelling van die onderwijsnota. Daar zet spreker een groot vraagte-
ken bij omdat het hier nu juist gaat om een zaak die specifiek betrek-
king heeft op het openbaar onderwijs alleen. Ongetwijfeld zal ook bij
andere schoolbesturen interesse zijn op dit punt, maar zij zijn er niet
direkt bij betrokken. Daarom qeeft zijn fraktie in overweging het onder-
zoek naar dat aspekt niet te doen samenvallen met de sanenstel1ing van
de onderwijsnotamaar dit onderzoek op zichzelf op korte termijn aan
de orde te stellen.
Sprekers fraktie heeft met beiangstel1ing en instemming kennis genomen
van datgene wat wethouder Sprangers heeft verteld over de werkzaamheid
van de werkgroep welzijn. Aan diens veronderstei1ing dat de datum 1 ja-
nuari 1979 waarschijnlijk verschoven zal worden, twijfelt spreker niet.
Misschien biedt dat ook wat meer ruimte. Sprekers fraktie is ook ver-
heugd over de positieve benadering van de wethouder ten aanzien van de
Jeugdhonk-hui svesting
Wat betreft het werkvoorzieningsschap, met name de kwestie van de kos-
tentoedeling voor verrichte werkzaamheden ten behoeve van de gemeenten,
deelt zijn fraktie het standpunt van het college. Dat kont er dus op
neer dat in principe iedere gemeente ook voor dit werk dient te beta-
len.
Inzak de nota personeelsbeleid merkt spreker op dat als ook de kwestie
van de medezeggenschap voor de ongeorganiseerden daarin betrokken wordt,
zijn fraktie van oordeel is dat de nota dan wel het komende voorjaar
zal moeten verschijnen, omdat zij dat nu juist een kwestie vindt die
lang uitstel - in de commissie voor algemene bestuurszaken is gesproken
over 3 maanden - niet verdraagt.
De benadering van het college ten aanzien van de positie van de externe
adviseurs en het eigen beleid van het college kan zijn fraktie onder-
schrijven. Wat de heer Van der Wal hierover heeft gezegd, gelrit natuur-
lijk in wezen ook voor de raad zelf; ook de raad zal met deze aspekten
rekening moeten houden en ook voor de raad is het in die zin een op-
dracht. Het college heeft de raad met betrekking tot het vervallen van
de 3 ton voor de secundaire wegen gerustgesteld met de nededeling dat
zeker niet zal worden geschroomd om zonodig, zodra de beslissing van
gedeputeerde stateri is afgekomen, een Arob-beroep in te stellen. Spre-
kers fraktie gaat aaar volledig mee akkoord.
Inzake de moties die door de P.H.-fraktie zijn ingediend zegt spreker
dat zijn fraktie het niet alleen met de aard en strekking van deze mo-
ties, maar ook met de woordelijke inhoud daarvan volledig eens is.
Spreker heeft begrepen dat bij Progressief Heenstede en dat is ook bij
het C.D.A. het gevalin de afgelopen jaren de gedachte heeft aespeeld
dat het tijd wordt de raad weer zijn werkelijke betekenis te geven,
namelijk als hét orgaan waarin primair het beleid zal moeten worden
bepaald. Het is trouwens ook een doelstelling geworden van ons beleids-
plan. Als dus vanuit dat uitgangspunt suggesties worden gedaan - sore-
ker heeft ze inderdaad Progressief Heemstede in de afgelopen jaren vele
malen horen doen; zijn fraktie heeft daar op haar manier ook aanmeegedaan