339
15 december 1977
- dan is sprekers fraktie altijd bereid die sugqesties positief te be-
oordelen. Dat wil nog niet zeggen dat zij elke sugqestie meteen over-
neemt. Heel vaak is zij in het verleden echter tot de konklusie geko-
men dat er bijzonder waardevolle dingen inzaten. Als de heer Jager
thans voorstelt te komen tot een connissie welzijn, mogelijk als kom-
binatie van de commissies sociale zaken en culturele zaken, dan zou
de C.D.A.-fraktie in overweging willen geven deze zaak in elk geval
te bekijken op het monent dat het interim-rapport per 1 april 1978
ter tafel komt.
De heer Jager zegt dat zijn fraktie aanqenaam getroffen is door
de benadering van de kant van de C.D.A.-fraktie met betrekking tot de
eiqen verantwoordelijkheid van de gemeente voor het welzijnsbeleid.
Dat was één van de pur.ten waarop spreker in zijn algemene beschouwin-
gen doelde, toen hij het had over de noodzaak om als lokaal bestuur
misschien die verplichting op ons te moeten nemen.
Spreker is verheugd over de toezegging van de nota over de systema-
tiek, waarin het belangrijke punt van de heroverweging van taken een
plaats zal vinden. Hij gelooft dat dit inderdaad een wezenlijk on-
derdeel is van de geïntegreerde beleidsplanning, die we nu aan het
opbouwen zijn.
Inzake de opmerkingen van de directeur van het gemeentelijk technisch
bedrijf over het milieubeleid dankt spreker voor de toezegging van
het college omtrent een notitie over dat punt. Wat betreft de kwestie
van de externe en interne adviseurs van het college kan spreker zich
wel enigszins de reaktie van de heer Van der Wal voorstellen, maarhij
merkt op dat hij de reaktie daarop weer van het college kan onder-
schrijven, die sprekers fraktie zelfs nog wel iets verder had willen
zien gaan, namelijk dat zij ook wel had willen zien pleiten voor de
eigen verantwoordelijkheid en eigen vrijheid van interne en externe
adviseurs om met adviezen te komen naar hun eigen opvattingen en dat
het aan bestuurders is om dan op een gegeven moment op basis van die
adviezen uiteindelijke keuzen te maken. Dat klinkt misschien erg ra-
dikaal, naar de bedoeling is dat nen adviseurs, intern en extern,
in hun eigen waarde moet laten en hun eigen motivatie ook moet laten
behouden om met ideeën te komen. Het zijn uiteindelijk het collegeen
de raad die de keuzen zullen moeten beoalen. Het enige wat men mag
eisen van adviseurs, intern en extern, is dat een poging wordt gedaan
om zo mogelijk alle feiten op een rijtje te zetten.
Inzake de kwestie van de integratie van het gemeentelijk technisch be-
drijf gelooft spreker niet dat uit de opmerkingen die hij daarover
gemaakt heeft afgeleid zou mogen worden dat zijn fraktie op dat punt
op de stoel van het college van burgemeester en wethouders zou willen
gaan zitten. Overigens dankt hij de heer Baar voor zijn opmerkingen
op dat punt. De raad heeft na uitgebreide diskussies besloten tot in-
tegratie van de bedrijven over te gaan. Er is toen al nadrukkelijk
overwogen dat het een proces zou zijn en dat wij alleen maar het be-
ginpunt namen op het moment dat het besluit werd genomen. De wethou-
der heeft toegezegd dat er nog in de bestuursperiode van deze raad
een tussentijdse evaluatie zou plaatsvinden; daar is sprekers frak-
tie gelukkig mee. Inmiddels heeft zij echter een aantal geluiden opge-
vangen waarover zij graag van het college wat nadere informatie zou
willen hebben. Zij verwacht niet dat het college nu al een evaluatie
geeft; dat zou nog onmogelijk zijn, maar zij zou het op prijs stellen
als de wethouder in een volgende commissievergadering over een aantal
van de knelpunten, die hijzelf mede door het verhaal dat hij heeft