16 december 1977
371
invoeren hoe slechter dat is vocr onze economie. Hij ontkent dat hij
voorbij gaat aan de landelijke campaqnes. Hij weet dat er od landelijk
niveau veel gebeurt. Hij twijfelt alleen aan het resultaat ervan.
Hij is meer overtuigd van het effek.t van een voorlichting en begeleiding
op lokaal niveau, omdat dat individueel kar, plaatsvinden en veel dich-
ter naar de burger toe komt. Hij betreurt dat het college zich wenst te
beraden en nog geen standpunt kan irinemen. Hij vraagt niet om nu al be-
sluiten te nemen, maar of het college bereid is in de loop van 1978 voor-
j stellen in die richting te doen. Het gaat dus in wezen om niet meer dan
een principe-uitspraak om te komen tot een aktief gemeentelijk energie-
besparingsbeleid. Zijn fraktie vindt deze zaak van dernate groot belang
dat zij nu al zou willen weten hoe deze zaak in de raad ligt. Zij dient
daartoe een motie in, die buiten hemzelf is mede-ondertekend door de
heren Klos, Jager en Borghouts.
De voorzitter deelt mede dat de motie luidt als volgt: "De raad der
gerneente Heemstede, in vergadering bijeen op 16 december 1977 overwe-
gende dat de energieproblematiek waar onze samenleving mee wordt gekon-
fronteerd, van een zodanige omvang is, dat welzijn en welvaart er door
in gevaar worden gebracht; van oordeeldat zowel het rijk als de ge-
meenten een eigen verantwoordelijkheid hebben met betrekking tot het hel-
pen oplossen van het energievraagstuk; nodigt het college uit om in de
loop van 1978 de raad voorstellen te doen voor een aktief gemeenteiijk
energiebesparingsbeleid, zo;vel gericht op beperking van het eigen gemeen-
telijk verbruik als op een aktieve voorlichting aan de burgers door het
aanwijzen van een energiebesparingsconsulent aie niet afwacht of de bur-
ger bij hem komt maar als taak krijgt zelf de burger te benaderen".
Spreker konstateert dat de motie voldoende is cndersteund en verder on-
derwerp van bespreking kan uitmaken.
De heer Jager merkt inzake de vraag over da mentaliteitsverandering
landelijk en lokaal en de relatie daarvan met dit hele probleem, op dat
er een duidelijke ervaring is, dat landelijke milieuvoorlichtingsakties
ondersteund moeten worden door een benadering vanuit de lokale overheid,
of vanuit gedeconcentreerde rijks- of provinciale diensten van de indi-
viduele burger en met name ock van alleriei groeperingen.doelgroepen
die in de burgerij bestaan. De heer Van Amerongen heeft niet voor niets
genoemd de landelijke vereniging van huisvrouwen en dergelijke organisa-
ties. Sinds kort bestaat hier ook de bond van plattelandsvrouwen. Dat
soort mensen moet aktief benaderd wcrden als een follow-up cp die alge-
mene landeiijke voorlichting, die het probleem in zijn algemeenheid stelt.
In een krant lezen dat men zijn huis kan isoleren doer mensen niet hun
huis isoleren. Wat ntensen hun huis v/el doet isoleren is een voorlich-
tingsbijeenkomst door een qemeentelijk consulent op dit terrein er de
bekende huiskamerbijeenkomst van de vereniging van huisvrouwen, waar men
i rnet de zaken wordt gekonfronteerdHet qaat ook niet alleen om isolatie,
het gaat ook orn het goed gebruik van elektrische apparatuur, van centra-
le verwarming, van boilers en dat soort zaken. Dat kan alleen op zo'n
manier aan mensen duicel ijk gemaakt worden. Men moet ook niet afwachteri
tot iemand naar het g.t.b. toegaat om advies te vragen, het gaat erom
dat het g.-t.b. naar de mensen toegaat, naar dit soort bi jeenkomsten gaat
t en daar een dergelijk beleid voert.
Tenslotte zegt spreker dat het niet alleen om mentaliteitsveraridering
gaat. Het gaat er ook om de mensen te leren hoe ze hun veranderde nen-
taliteit kunnen omzetten in konkrete daden en dat is het punt waarvoor
juist ook de lokale overheid en net gasbedrijf met een belangrijke in-
breng en ingang, bij da mensen terecht kan komen.