4e afd. 26 januari 1978 4
b. het bedrag, dat overeenkomstig het krachtens artikel 55bis der wet
per leerling vastgestelde bedrag in verband met het gemiddelde aan-
tal leerlingen der scholen over 1976 beschikbaar is gesteld voor
de sub a bedoelde uitgaven voorlopig vast te stellen op
751 1/3 x f 316,24 f 237.601,65.
c. het verschil tussen de in sub a en b genoemde bedragen voorlopig
vast te stellen als volgt:
het bedrag sub a is f 59.459,40 meer dan het bedrag sub b.
HEEMSTEDE, 26 januari 1978.
De Raad voornoemd,
De secretaris, De voorzitter,
-3-