71
18 mei 1978
de bewoners van de Eemlaan, die veel moeite hadden met de centrale op-
slaq op het volkstuinencomplex. Met overleg is dat nu dusdanig verscho-
ven dat ook deze mensen volledig tevreden gesteld zijn.
Mevrouw Bernelot Moens heeft gezegd blij te zijn dat de Manpadslaan niet
bebouwd wordt, maar ook blij te zijn met de flexibiliteit d'ie is inge-
bouwd. Het is duidelijk dat er zeer zware argumenten zullen moeten zijn,
wil er van deze wijzigingsbevoegdheid gebruik gemaakt kunnen worden.
Inzake het plat glas zegt spreker dat het helaas niet mogelijk was in de
voorschriften vast te leggen dat er geen plat glas mag komen. Aan de an-
dere kant is hij er niet zo bang voor.
De gronden zijn eigeridom van firma's die zich niet op het gebied vanplat
glas bewegen; die hebben alleen maar belang bij opstaand glas, want die
kunnen met plat glas voor hun kultures niets doen. Voor het opstaand glas
is volledig geregeld waar wel en niet kassen mogen komen.
De heer Van VIijmen is blij met de mededeling van de wethouder dat er
al gewerkt wordt aan het struktuurplan. Hij begrijpt dat dit plan nietin
deze zittingsperiode gereed kan komen, want daar is de tijd te kort voor.
Naar aanleiding van het feit dat de prioriteit daarvan door de heer Borg-
houts enigermate in twijfel is getrokken nu hij konstateert dat er toch
al voor de meeste gebieden in Heemstede bestemmingsplannen bestaan of in
voorbereiding zijn, zegt spreker dit een zienswijze te vinden die hij niet
kan delen, want het is natuurlijk een misverstand als men denkt dat een
bestemmingsplan een eeuwig vastvriezen betekent van een bepaalde situatie.
L'iteindelijk geeft een bestemmingsplan aan wat mag en niet wat moet. Het
zal nog ingevuld noeten worden door het leven zelf. Dat moet van het be-
stemmingsplan gebruik kunnen maken en juist de facetten van dat levende
gebeuren, de sociale, de economische (maar vooral de sociale facetten)
zullen od die wijze aan een bepaalde ontwikkeling toekomen.
Mevrouw Bernelot Moens merkt op dat hetgeen zij gesteld heeft misschien
emgszins met elkaar in tegenspraak lijkt. Zij heeft gezegd blij te zijn
dat er geen verdere bedrijfsbebouwing plaatsvindt om tenminste nog iets
van het agrarisch landschap te kunnen handhaven, Men zou het kunnen verge-
n'jken met een moöie juffrouw die men een corset aandoet, waarna men op
een gegeven mcment, a^s ze wat dikker wordt, aan de flexibiliteit wat te-
gemoet <omt door éën vetertje los te laten, doch ze blijft in het corseten
ze zal met zeer goede argunenten moeten komen om het corset uit te doen.
De heer Borghouts zegt dat de wethouder gesproken heeft over de rech-
ten van de "bollenkultuur in onze gemeente. Niet ontkend kan worden dat het
een lange kultuur is. De vraag kan en moet worden gesteld of die rechten
zodanig moeten worden geïnterpreteerddat men niet op de duur moet afwe-
gen of men verder gaat en dan aanvaardt dat de landschappelijke waardedie
het gebied nu heeft, teniet worden gedaan, of dat men zegt: hier is een
grens die we niet willen overschrijden. In dat verband merkt spreker op
dat als een wijzigingsbevoegdheid aan de orde is, eerst de vraag zal moe-
ten worden beantwoord of men inderdaad gebruik maakt van een wijzigings-
bevoegriheid; daarna pas, als nen die vraag bevestigend beantwoordt, kan
men praten op welke wijze men die wijzigingsbevoegdheid gaat gebruiken.
Ten aanzien van de volkstuinen heeft hij niet gesteld het te betreuren dat
op het laatste moment deze wijzigingen kwamen, maar dat er op het laatste
moment wijzigingen kwamen heeft hij genoemd als illustratie van de race
tegen de tijd.
Ten aanzien van artikel 13, lid 6, merkt hij op dat de commissie het er-
over eens was dat de centrale opslagplaatsdaar waar hij nu doorgehaald
is, niet moet komen. Er lagen nog verschillende andere opties die men nu