18 mei 1978
85
ook niet elegant ten opzichte van de nieuwe raad.
Voor de komende 4 jaar zal de kernvraag vooral ook worden in welke ma-
te de raad bereid zal zijn de gemeente zijn verantwoordeiijkheid voor
het voorzieningenniveau op welzijnsgebied te doen dragen en ook in fi-
nancieel opzicht tot uitdrukking te laten komen. Ook en met name boven
de uitkeringen van de landelijke overheid uit. Voor sprekers fraktie
wordt dat de toetssteen voor het welzijnsbeleid dat in deze gemeente
gevoerd kan worden. Op basis van een goede planning zal de gemeente in
aanzienlijke mate uit eigen middelen moeten gaan bijdragen. Een derge-
lijk beleid past ook in de opvattingen, die binnen zijn fraktie leven
over de richting waarin ae oplossingen voor onze sociaal-econonische pro-
blemen qezocht moeten worden. Met name de niet op winst gerichte dien-
stensectcrzal een belangrijke bijdraqe kunnen leveren aan het creëren
van arbeidsplaatsen. Spreker vérwijst naar een artikel daarover in de
Nederlandse Gemeente en naar het W.R.R.-rapport over dit onderwerp.
De beslissing van december 1977 tot opvoering van het projekt over de
huisvesting van het jeugdhonk geeft zijn fraktie op dit punt hoop.
Maar als men dan ziet welke prioriteiten tot nog toe door C.D.A. en
V.V.D. zijn toegekend aan bijvoorbeeld het door haar voorgestelde onder-
zoek naar de behoefte aan peuterspeelzalen en de spreiding daarvan over
de gemeente, dan schrikt men weer even. C.D.A. 2 punten en V.V.D. 4 pun-
ten. En dat terwijl reeds in het beleidsplan mede met hun steun als sub-
doelstelling staat opgenomen dat op loopafstand binnen iedere wijk een
peuterspeelzaal zou moeten zijn, afhankelijk van de behoefte. Zij stelt
een behoeftenonderzoek voor. Die behoefte bepalen mag kenneiijk niet;
stel voor dat het nodig blijkt te zijn! Een zeifde soort punt is het on-
derzoek naar de behoefte aan muitifunktionele gebouwen in de wijken. Ge-
lukkig ziet het C.D.A. dit onderzoek zitten, althans tot nu toe.. De V.V.D.
geeft het echter 4 punten. Ook dit zijn toetssterien voor zijn fraktie
voor de mate van bereidheid tot het opbouwen van een gemeenteiijk weizijns
beieid.
Inzake het emancipatiebeieid stelt spreker tot zijn spijt vast dat in de
afgelopen 4 jaar het vrouwelijk element van zijn fraktie, dat uit 2 leden
bestond, heeft moeten afhaken. Dat is triest, maar is tevens voor eendeel
een ^ymptoon hoe nodig het is dat er een gericht beleid v/ordt gevoerd ook
op gemeentelijk niveau om te komen tot een grotere deelname van vrouwen
aan alle facetten van het maatschappelijk leven'. Sijvoorbeeld het schepper
van deeltijdrunktiesdat zijn fraktie ook voor de gemeente heeft voorge-
steld, kan daartoe bijdraqen. Teleurstellend is dat het college zegt:
"het kan niet", terwijl C.D.A. en V.V.D. zeggen: "wacht de nota personeels
beieid af". Beide is natuurlijk onzin. Natuurlijk kan het in ruimere mate
dan thans. En zo'n punt zou een politiek gekozen uitgangspunt moeten zijn
voor de opstellers van een nota personeeisbeleid en niet een uitvloeisel
van zo'n nota.
Ook het onderzoek naar mogelijkheden voor dagonderwijs voor voiwassenen
dient hierbij betrokken te worden. Het C.D.A. v/aardeert dat met 4 punten
en de V.V.D., die het projekt heeft aangemeld, komt niet verder dan eenô!
De door spreker al genoende peuterspeelzalen, zijn in eerste instantiebe-
doeld voor ontpiooiing van het kind, maar zijn ook van belang vanuit eer.
oogpunt van emancipatiebeleid. Ook daarom is de iage waardering daarvan
door V.V.D. er. C.D.A. zo treurig. Ock het onderzoek naar een kinderdagver-
blijf wordt niet hoog aangeslaaen. Het C.D.A. geeft dat projekt zelf een
1! Stuk voor stuk toetsstenen voor een daadwerkelijke bereidheid tot het
ontwikkelen van een emancipatiebeleid
Inzake het verkeersbeleid en de daarmee samenhangende woonongeving zegt
spreker dat de afgelopen periode de koers op dit punt geleidelijk wat'gra-