63
18 mei 1978
litieke partij, in casu de V.V.D., zitting zouden hebben, die dan teza-
men een meerderheidspositie zouden innemen. Zou de V.V.D. in de raad ook
over een meerderheid beschikken, dan zou zijn fraktie daartegen moeilijk
bezwaren kunnen inbrengen. Waar echter van een V.V.D.-meerderheid in de
raad geen sprake was, meende zij aan de verkiezing van een tweede V.V.D.-
wethouder geen medewerking te kunnen verlenen en stelde zij zeif een kan-
didaat. Haar standpunt werd echter door de meerderheid van de raad niet
gevolgd. Zij heeft er behoefte aan thans te verklaren dat haar mening
sindsdien niet gewijzigd is. Wanneer zij vandaag toch haar stem zal geven
aan de heer Kettenis, dan vinrit dat zijn verklaring in het feit dat zij
deze kwestie voor de wöiriige maanden die de lopende zittingsperiode nog
resten, niet meer op scherp wil zetten. Zijn fraktie heeft er ook geen.be-
hoefte aan zich min of meer demonstratief van stemming te onthouden.
Het zal overigens duideiijk zijn dat haar medewerking uitsiuitend betrek-
king heeft op het nog resterende deel van de huidige zittingsperiode van
de raad. Daarna lict wat haar betreft de zaak weer volledig open.
De heer Van der Wai acht het duidelijk dat hij op dit punt met de heer
Baar van mening verschilt. Gezien de ophanden zijnde verkiezingen zal hij
de diskussie over dit punt voor de voigende termijn na 31 mei aan de orde
stellen.
De heer Jager deelt mede dat de P.H.-fraktie geen reden ziet voor het
resterende deel van deze bestuursperiode een andere beslissing te nemen
dan in september 1975 is gebeurd. Wel plaatst hij nog de kanttekening bij
de verklaring van de heer Baar, dat de reden die destijds is gegeven van
de kant van sprekers fraktie om niet de gedachtengang van de heer Baar
te volgen deze was, dat er op dat moment met het C.D.A. geen gesprek moge-
lijk bleek over inhoudelijke zaken met betrekking tot het beleid van het
college van burgemeester en wethouders als er een tweede C.D.A.-wethouder
zou komen. Zijn fraktie zal bezien of dat na 31 mei wel mogelijk blijkt
met alle fi-akties en zal op dat moment haar standpunt voor de komende be-
stuursperiode bepalen.
Uit de gehouden stemming blijkt dat 20 stemmen zijn uitgebracht op de
heer rirs.P.P.Kettenis, zodat deze benoemd werd.
III. Benoeming leden in commissies.
ilitgebracht v/erden 20 stemmen op mevrouw M.E. Bierman-Beukema toe Wa-
ter als lid van de commissie voor milieu en volksgezondheid en als plaats-
vervangend 1id van de commissie voor algemene bestuurszaken, van de com-
nissie vcor de volkshuisvesting, de ruimtelijke ordening en de recreatie,
van de commissie voor het onderwijs, van de comniissie voor sociale zaken
en van de commissie voor de beroepschriften, zodat zij benoemd werd als
lid respectievelijk plaatsvervangend lid van genoemde commissies.
IV. Vaststelling bestemmingsplan "Manpadsîaan Noordzijde". (volgnr. 60)
De voorzitter deelt mede dat het commissie-advies geacht dient te wor-
den verwerkt te 'zijn in het collegevoorstel
De heer Van Vlijmen brengt naar voren dat Witte van Haemstede, grave
Floriszoon van Holland en de brave burgers die met hem op 25 april 1304
de vreemde mannen langs het Mannepad verdreven hebben, naar hij aanneemt
de oudst bekende lieden zijn die aan het onderhavige gebied een bepaal-
de bestemming hebben gegeven. Zij hebben dat kenneïijk goed gedaan want
het feit is ter plekke voor het 'nageslacht met een naald vastgelegd.
Hij hoopt dat ook ons nageslacht ons zal blijven gedenken om de bestem-
minq die voor dat gebied vandaag in het plan wordt vastgelegd.