95 18 mei 1978
fektueren.
De voorzitter deelt nede dat het college zich met de voorgestelde
redaktie kan veremgen, waarbij het echter zwaar tilt aan de woorden
in het amendement: het algemeen belang. Dat kan het gemeentelijk belang
zijn. Als daar geen interpretatieverschillen over ontstaan, dan is dat
mede de reden waarom het college zich zo opstelt.
De heer Van der Wal kan zich daarmee verenigen.
De voorzitter konstateert dat de raad zich met het amendement, als-
mede meo hat vervallen van het woord "direkt" kan verenigen, zodat dien-
overeenkomstig is besloten.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hiertoe besloten.
De voorzitter stelt thans aan de orde punt r, 03.02.
9e heer Van Amerongen gelooft dat hier sprake is van een ODen deur
intranpen bij een_formuTering zoals die er nu staat. Hij meent dat er
geen enkele politieke partij zal zijn die zich niet achter zo'n doelstel-
beorin°V^hlLn 9aat "atuurlijk om de inhoud die men aan het
begrnp rechtvaardTgheid" wtI geven. Zijn fraktie heeft de vorige keer bij
îl van het beleidsplan voorgesteld aan deze doelstelling toe
te voegen, dat de lasten in het kader van de middelenverkrijging waar mo-
gelijk naar draagkracht moeten worden geheven. Dat heeft het toen niet ge-
haald. zijn fraktie is daarom blij met wat de heer Baar in zijn alqemene
beschouwingen over deze zaak heeft gezegd.
naar^Hrasri/3'1^"1" Ha1 Zegt dat de voor9estelde toevoeging "waar mogelijk
nntvfnt19 aClht" °P het eerste gezicht een sociaal gerechtvaardigde lijkt.
Ontleedt men echter deze toevoeging, dan staat er onder meer "waar moqe-
ijk hetgeenfeitelijk betekent "in alle gevallen die mogelijk zijn".
s van het feit dat hiermee andere beginselen wordenuitoesloteneneen recht-
voer2n9van8h t wnp °v rekem'n9houdt met draagkracht, is het algemeen door-
voeren van het draagkrachtpnncipe, afgezien van de wenselijkheidonmoge-
LA .!erw,3S,t,hlJ' naar het PH-gemeenteprogramwaar onder
he. hoofdstuk nnancien, stelling 10.2.1, staat vermeld: "De mogelijkheden
om gemeentebjke belastingen, rechten en dergelijke naar draagkracht te
eeJ lzii1hPtnh!t-hr°Ht'^De ?nl90 he1aat1'n9 waarbij het draagkrachtbeginsel
n (ztj het bescheiden) rol speelt, îs de onroerend-goedbelasting"Waar-
rino noodnkÄ zinsnede: "Daar™ ingeval een lastenverzwa-
hv h=?? n Ju IS; n eerste moeten worden 9edaoht aan verhoging van
V oon h tln9 C.D.A. stelt daarbij: bij voorkeur. Woont dus iemand
in een huis met een economisch relatief hoge waarde, dan moet hij veel be-
hot^In^z oia9ekeerde het 9eval 'dan kan worden volstaan met minder te
Deyaien. Zoals het college ook uit toepassing van diverse wettelijke re-
gelingen zal ervaren, is dit onderscheid uitermate arbitrair en totaal
niet maatgevend voor de financiële status van de burger.
k?!Sh+h0? Telt dat.^ijn fraktie het ongelimiteerd toepassen van het draag-
no-a?nfPHlnC1?e afwlJst en de oeroerend-goedbelasting naar haar mening niet
geeigend -is te worden gebruikt voor overheveling van inkomen, blijkt hier-
u]twerkmg in hoge mate onrechtvaardig is, op grond waarvan zij
deze toevoegmg dan ook afwijst. J
De heer Baar zit nu enigszins met het voorstel van zijn fraktie onder
plaStsen°rZ1tter St6U PUn+" f' 0L02-03> °9 de P^ojektenlijst te