18 inei 1978 108 een Hinderwetvergunning heeft. Bij deze bedrijven zal dus bij het in- ventariseren meteen bekeken kunnen worden of er nog gewerkt wordt vol- gens de bestaande vergunning en of de vergunning de inrichting nog wei dekt. Tegelijkertijd zal in een aantal gevallen gekonstateerd worden dat er inrichtingen bijgekomen zijn die niet door een Hinderwetvergun- ning zijn gedekt. Daar betekent het dat er voor dat bedrijf eerst een vergunningsprocedure gevolgd zal moeten gaan worden waarna periodieke kontrole kan gaan plaatsvinden. Dat staat geformuleerd in de laatste zin van het projekt: "gekontroleerd dient te worden of deze bedrijven en inrichtingen de gestelde of de te stellen voorwaarden nog naleven". De heer De Jong heeft tegen dit projekt geen bezwaar. De voorzitter konstateert dat de raad zich met dit progekt kan ver- enigen, zodat dienovereenkomstig wordt besloten. De voorzitter stelt vervolgens aan de orde een door de P.H.-fraktie ingediend projekt inzake het uniformeren van 1 ozingsverordemngen. Spreker konstateert dat de raad zich met dit projekt, gewijzigd door de commissie, kan verenigen, zodat dienovereenkomstig wordt besloten. De voorzitter stelt thans aan de orde sektcr VII, onderwijs en vor- ming. Spreker konstateert dat de raad zich met de punten van overeenstem- ming kan verenigen, zodat dienovereenkomstig wordt besioten. De voorzitter stelt vervolgens aan de orde punt cm, 01.03, met voor- stel van het college om de toevoeging te iaten iuiden: "rekening houdsn- de met huidige en toekomstige behoeften en eisen". Mevrouw Snoep merkt op dat door haar fraktie de v/ens te kennen is ge- geven dat aan "het bevorderen dat de gebouwen optimaal geschikt zijn voor het geven en ontvangen van onderwijs" v/ordt toegevoegd na inbreng van de commissie: "rekening houdende met huidige en toekomstige benoeften en ei- sen". De bedoeling is namelijk een zo voiledig mogelijke formulering, het aanbrengen van een fiexibiliteit, opdat zo tijdig mogelijk maatregeien ge- nomen kunnen worden mochten er aanpassingen nodig zijn of worden. De heer Van Emmerik merkt op dat vermeld staat dat het C.D.A. tegen zou zijn. Dat is echter niet juist. Hij heeft in de vergadering van decom- missie voor het onderwijs erop gewezen dat men niet alleen moet toetsen aan het toekomstige gebruik, de toekomstige behoeften en eisen, maar ook aan de huidige. Daar is men verder op doorgegaan en dat heeft geleid tot de huidige formulering. De voorzitter konstateert dat de raad zich hiermee kan verenigen, zo- dat dienovereenkomstig wordt besloten. De voorzitter stelt aan de orde punt cihoudende een C.D.A.-vcorste luidende: "Het bevorderen van de enancipatie door een gelijke behandelmg van jongens en meisjes, met name ook bij de handvaardigheidsvakken"met een toevoeging van het college. De heer Van Emmerik merkt op dat het coliege akkoord wil gaan, mits êén en ander op basis van vrijwilligheid en passend in het onderwijssy- steem gerealiseerd kan worden. Spreker heeft daar bezwaar tegen. Ter, eerste vindt hij het enigszins algemeen geformuleerd. Hij heeft het idee dat het college tot deze toevoeging is gekomen aoordat het wat eenzijdig gekeken heeft naar wat er zich de laatste tijd heeft afgespeeld op de Bronstee- schoolterwijl het hier algemeen bedoeld is en dus ook voor de basisschool

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1978 | | pagina 47