18 nei 1578
70
Het meent dat het afwegen van die belangen degelijk is geschied, waar-
bij de balans is doorgeslagen naar het gebruik als volkstuinenkomplex.
De heer Van Vlijmen heeft gesproken over een masterplan. Spreker is liet
daar mee eens. Er is al een eerste aanzet gegeven door de steoebouwkun-
dige. Het college heeft al iets gezien van de voorbereidende werkzaam-
heden, hetgeen veel meer omvat dan men in eerste instantie verwacht.
Er is een werkgroep ruintelijke ordening gevormd, waarin ook de stede-
bouwkundige zit om over een aantal zaken in een zo vroeg mogelijk sta-
dium overïeg te kunnen plegen. Diezelfde werkgroep zal worden gebruîkt
om ook een aanzet te kunnen geven voor het bewuste masterplan. Er isal
gewaarschuwd dat er in ons beleidsplan, bij de doelsteliing enzovoort,
als men het masterplan zou wiilen uitvoeren zoais men zich dat voorsteit
nog wei een aantal witte viekken zitten, zodat daar nog wei eens over
gesproken zal moeten worden. Spreker hoopt dat het mogeiijk is riog in de
ze zittingsperiode iets daarvan te kunnen tonen. Het is een dergelijk
veelomvattend plan dat men niet mag verwachten dat nog in deze zittings-
periode een kompleet plan kan worden aangeboden.
Ook spreker betreurt het bouwen op perceei 78D1, dcch de bedrijfsvoering
eist dat nu eenmaaiWat moeilijker iigt het aan de Manpadslaan, niet
zozeer wat betreft de huidige bestemming zoals de raad dit wil. De Man-
padslaan ligt zeer gevoelig. Eén van de daar gevestigde firma's heeft
er inderdaad veel moeite mee dat haar de mogelijkheid is ontnomen een be-
drijfsgebouw te sticliten. Deze firma is ook eigenares van het terrein
achter Van Meeuwen, 7168,en had gehoopt een ruil te kunnen maken door
het verlaten van eventuele bouwplannen aan de Manpadslaan in ru11 vocr
dat bovengebied. Deze firma is dus teleurgesteld noeten worden omdat de-
ze ruil niet aan de orde was. Spreker voorziet dat de firraa in de toe-
komst gebruik zal gaan maken van de ingebouwde wijzigingsbevoegdheid.
Hij heeft ook vernomen dat deze firna inraiddels vergunning voor bouwplan-
nen in een andere gemeente heeft gekregen. Het zou kunnen zijn dat de
noodzaak voor bedrijfsgebouwen hier dan minder zwaar zal zijn dat thans
lijkt. Hij is het er wel mee eens dat als er een dergelijke aarivraao
komt, deze dan met de grootste zorg zal moeten worden bekeken od welke
wijze van deze bevoegdheid gebruik gemaakt zal kunnen v/orden. Hij merkt
op dat het inbouwen van deze wijzigingsbevoegdheid niet zo simpel is,
want dit gaat ook weer met procedures gepaard, misschien wel procedures
die eventuele gegadigden wellicht wat zullen afschrikken en zullen nood-
zaken eerst te kijken of men ergens anders bepaalde plannen kan realise-
ren. Met de wijziging zoals die nu is kan spreker zich verenigen.
De door de heer Borghouts gesignaleerde wijzigingen op de in deze zaal
hangende kaart betreffen slechts kleine wijzigingen. Wat betreft de op-
slagruimte die gecreëerd v/as op het volkstuinenterrein zegt spreker dat
dit gerégeld kan worden volgens artikel 13, lid 6, waar het college de
bevoegdheid heeft om vrijstelling te verlenen van hoogte en plaats.
Het is in ieder geval niet de bedoeling dat het komt op de plaats waar
het op de oorspronkelijke tekeninq stond. Deze wijziging is overigens
van zeer recente datum. Eén en ander is geschied conform het advies van
de commissie voor volkshuisvesting c.a.
De heer Van Vlijmen heeft gevraagd, nu er thans een aanvraag voor een ge-
bouw ligt, hoe het zit met de economische gang van zaken van een derge-
lijk bedrijf en of het nu zodanig is aat binnen niet al te lange tijdwel-
licht weer om een uitbreiding zal worden gevraagd. Men kan moeilijk in
de toekomst vooruit kijken. Persoonlijk meent spreker dat het gevraagde
bouwvofume dermate groot is dat hij wéinig vrees heeft dat binnen afzien-
bare tijd weer verzoeken tot grotere gebouwen zullen.komen.
Door een aantal wijzigingen in te voegen is ook aan een aantal bezwaar-
den tegemoet kunnen worden gekomen. Spreker wijst ook op de bezwaren van