4e afd. 25 mei 1978 66
A. Toelichtinq op de wijziqing en de aanvullinq van de artikelen
van de model-brandbevei Iigingsverordemnq~
Artikel 2, eer?te lid
De begripsonischrijvinqen van "qasafvoerkanaalen "rookkanaal"
zijn in overeenstemming qebracht met die welke terzake in de
model-bouwverordening zijn opqenomen. Toeqevoeqd is een beqrips-
omschrijvinq van een vluchtweq.
Artikel 3
In'de tekst is nu duidelijk tot uitdrukking gebracht dat de be-
voeqdheid tot het verbinden van voorwaarden aan een vergunning
of ontheffing in handen liqt van burgemeester en wethouders.
Arfikel 3a
Het nieuwe artikel 3a beooqt buiten twijfel te stellen dat bur-
qemeester en we.thouders bevoeqd zijn een vergunning of onthef-
finq te wijziqen of in te trekken.
Arti kel 15
In de meuwe tekst van het eerste lid is de verplichting opge-
nomen om op de verpakking zowel de naam van de stof als een aan-
duiding van het brandgevaar en van het gevaar bij brand aan te
brenqen. In het tweede lid wordt burqemeester en wethouders de
bevoegdheid gegeven om de verplichting, neergelegd in het eerste
lid, ook te doen gelden voor andere in artikel 11 genoemde stof-
fen.
Artikel 28
Betreft een redactionele wijziging.
Artikel 36 y
liit oorspronkelijk uit twee leden bestaande artikel beoogt slechts
het doen overstromen in een verkeerd vat te voorkomen. In de nieu-
we redactie komt dit duidelijker tot uiting.
Artikel 38
In de praktijk is de behoefte gebleken aan een nadere precisering
van de hier bedoelde voorwerpen. De bepaling is beperkt tot het
vullen van qenoemde voorwerpen; het hebben van met deze gassen ge-
vulde voorwerpen wordt bestreken door artikel 14, het vervoer daaren-
boven door de Wet qevaarlijke stoffen.
Artikel 43,onderdeel a
Het nieuw inqevoegde artikel 3a (wijziging en intrekking van ver-
gunningen e.d.) vergt een aanpassing van de in artikel 43 neerge-
legde beroepsregeling.
Arti kelen 48,55 en 58
De bestaande (model-Jbrandbeveiliqinqsverordening is blijkens de uit-
drukkelijke uitzonderingen in de artikelen 48,55 en 58 niet van toe-
passing op inrichtingen, waarin bioscooDvoorstellinqen worden gege-
ven, ais bedoeld in de Bioscoopwet. Brandvei1igheidsaspecten voor
dat soort inrichtingen vonden immers reeds regeling in die wet, zo-
dat de qemeentelijke wetgever zich van het qeven van voorschriften
op dit punt moest onthouden.
Sedert 5 juli 1977 echter is de Bioscoopwet van het toneel verdwenen.
Zij is vervangen door de Wet op de filmvertoniigen.Deze wet bevat
10