28 september 1978 110 wordt geschaad; b. geen inbreuk wordt gemaakt op het bepaalde in lid 2 ten aanzien van het te bebouwen gedeelte van de gronden; c. de hoogte niet wordt teruggebracht tot beneden 2.50 m. Artikel 8. Openbare en bijzondere doeieinden (0). 1. De gronden met de bestemming openbare en bijzondere doeleinden zijn bestemd voor: a. gebouwen ten dienste van het openbaar bestuur, de dienstverlening van overheidswege, het verenigingsleven, de godsdienstuitoefening, het on- derwijs, de verzorging van bejaarden, medische, sociale en culturele doeleinden en daarmee aelijk te stellen niet-commerciële instellingen; b. met de bestemming verband houdende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, alsmede voor de bijbehorende verhardingen en groenvoorzieningen. 2. De ingevolge lid 1 toelaatbare bouwwerken mogen uitsluitend worden ge- bouwd met inachtneming van de op de kaart en de hierna gegeven aanwij- zingen: a. indien de gebouwen niet aaneen worden gebouwd, moet de onderlinge af- stand tenminste 3.00 m bedragen; b. indien de gebouwen niet in de erfscheiding worden gebouwd, moet de af- stand van de vrije gevel tot de erfscheiding tenminste 3.00 m bedragen. Artikel 9. Tuin (T). 1. De gronden met de bestemming tuin zijn bestemd voor tuinen met de bij- behorende verhardingen. 2. Op de in lid 1 bedoelde gror.den mogen uitsluitend met de bestemming verband houdende bouwv;erken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Artikel 10. Gebruik van onbebouwde gronden en van bouwwerken. 1. Het is verboden, de onbebouwde gronden of de bouwwerken binnen hetplan gebied te gebruiken op een andere wijze of voor een ander doel dan blij kens de bestemmingen en voorschriften kennelijk toelaatbaar is of is aan te merken als een normaal bestanddeel van dat kennelijk toelaatba- re gebruik. Dit verbod geldt niet indien en voorzover het in strijd is met een wet een algemene maatregei van bestuur of een provinciale verordening. - 8 - 4e afd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1978 | | pagina 8