230
23 september 1978
zich met het voorstel kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
VIIÎ- Verordening precariorechten. (volgnr. 111)
De voorzitter deeit mede dat de comnissie voor de gemeentefinanciën
zicn mec het voorstel kan verenigen. Enkele leden vragen zich af of de
zogenaamde trottoirtuintjes niet bij de ontheffingsbepalingen behoren
te worden opgenomen.
Wethouder Baar deeltmede dat het college, naar aanleiding van de
vraag die in de commissie voor de gemeentefinanciën is gesteld, de
vraagste! 1 ing nader onder ogen heeft gezien en daarbij tot de konklu-
sie is gekomen dat hier geen problemen verondersteld mogen worden, om-
dat als het gaat om beplanting van gemeentegrond, ook in het kader van
deze zaak, men dan kan spreken van voorwerpen die aardvast rnet in dit
geval de grond zijn verbonden. Juridisch en zuiver formeel gezien zou
men dan zelfs kunnen zeggen dat ze gemeente-eigendom zijn. Men hoeft
dus ook op dat punt geen problemen te verwachten. Er is dan ook qeen
reden om niervoor een vrijstel1ingsbepaling op te nemen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
ting. (volgnr. llfl 2
oorziiter deeit mede dac de commissie voor de gemeentefinanciën
zich met het voorstel kan verenigen.
De heer Arnoidy merkt op dat zijn fraktie over het algemeen bezwaa^
heeft tegen het öpheffen van een besluit kort na de invoering daa>-van
Nu neeft deze onroerend-goedbelasting een leveri gehad van. prëcies 5 jaar
ais het onderhavige voorstel wordt gcedgekeurd. Men kan natuurlijk van
memng verschiilen of 5 jaar leven een opheffina kort na de invoerina
van hec besluit betekent.
Sprekers fraktie is het er mee eens dat dit voorstel aan de raad wordt.
gedaan eri als men de begeleidende tekst leest dan staan daar zoveei
narde argumenten in die deze besluitvorming vergemakkelijken, dat zijn
rraktie zicn eigenlijk zonder veel extra kommentaar achter dit voorstel
stelt.
Er is éen opmerking die er in de begeleidende tekst van het raadsvoor-
stel u.tspringt en dat is het feit dat de minister deze rioolbelasting
în feite beschouwt als een verkapte straatbelasting, waarmee deze belas-
ting dan eigenlijk in strijd zou zijn met de geest van de wet.
Dat is het meest saillante om deze belasting op te heffen en te doen
verplaatsen naar de onroerend-goedbelasting met de konsekwenties daar-
van met betrekking tot de verhoging voor deze kategorie van zakeliik ae-
rechtigden. s
De heer Van Amerongen zegt dat zijn frakt.ie nooit veel enthousiasme
heert kunnen opbrengen voor het rioolrecht. Nu de minister ook nog heeft
meegedeeid dat hij per 1 januari 1979 qeen goedkeuring meer zal verle-
nen aan dit rioolrecht voor zakelijk gerechtigden, heeft. zijn fraktie
helemaal geen moeite om tot afschaffing van dat zakelijk recht over te
gaan, met dien verstande, dat dan derving van opbrengsten die ontstaat
weer gekompenseerd zou moeten worden door eer. extra verhoging van de
onroerend-goedbelasting voor zakelijk gerechtigden.
In de commissie is de vraag gesteld of, nu mer, overgaat tot opheffing
bpoercing rioolrecht zakelijk gerechtiqden in onroerend-qnedhplac;-