9 november 1978
268
OPENBARE VERGADERING
VAN DE RAAD DER GEHEENTE HEEMSTEDE OP
donderdag 9 november 1978, te 20.00 uur
Voorzitter: de heer G.J.Willemse, wnd.burgemeester.
Tegenwoordig zijn de leden: mevr.S.E.A.Noorman-den Ui jT 5 de heren
R.J.Weeteling, drs.A.H.M.van Amerongen, M.B.M.J.van Vlijmen, mevr.
H.A.Th.G.IJsseimuiden, de heren ing.M.J.M.van der Hulst, mr.C.M.van
Emmerik, K.de Jong, ir.JA.J.Huijbregtsmevr.S.van der Pas-Bouman, de
heer Th.W.Kaptein, mevr.mr.A.J.Snoep-Mook, de heren K.J.Albrecht, H.Ar-
noldy en de wethoudersde heren mr.H.J.F.Reeringh, drs.S.Baar en mr.
M.J.E.M.Jager.
Secretaris: de heer drs.W.H.van den Hoek.
Afwezig met kennisgeving: de heer mr.H.C.J.L.Borghouts, de heer G.
Hofland eri mevr.M.E.Bierman-Beukema toe Water.
Overige aanwezigen: de heer drs.R.J.de Wit, commissaris der Koningin
in de provincie Noord-Holland en de heer jhr.F.W.A.Beelaerts van Blok-
land, chef van het kabinet van de commissaris der Koningin.
De voorzitter opent de vergadering op de gebruikelijke wijze en richt
een bijzonder woord van vrelkom tot de heren De Wit en Beelaerts van
Blokland, wier aanwezigheid door de raad bijzonder op prijs wordt ge-
steld bij de behandeling van het punt profielschets van de te benoemen
burgemeester. Hij verleent gaarne het woord aan de commissaris der Ko-
ningin.
De heer De Wit: "Mijnheer de voorzitter, dames en heren. De heer Bee-
laerts en ik stellen het op prijs in uw midden te zijn voor de aangele-
genheid die de voorzitter van uw raad al omschreven heeft als het schet-
sen van een profiel van de nieuw te benoemen burgemeester. Dat is een
aangelegenheid die nog niet zo'n lange geschiedenis heeft. Wat wel een
lange periode heeft gegolden is, dat de commissaris der Koningin net be-
trekking tot de voorbereiding van de burgemeestersbenoeming een belang-
rijk deel van het werk heeft te verrichten. Dat zijn in feite regelingen
die al dateren uit het midden van de vorige eeuw. Toen na de grondwets-
herziening van 1848 de provinciale v/et in 1850 en de gemeentewet in 185-
tot stand kwamen, zijn ook de bepalingen omtrent de benoemir.g van de^bur
gemeester daarin gekomen. Ik heb die voorgeschiecenis kortgeleden h.er i
huis, toen ik de vereniging van Noordhollandse burgemeesters toesprak
- waar uw waarnemend-burgemeester bij aanwezig was en waar uw naar ecn
andere funktie overgegane burgemeester als voorzitter van de club aanv/e-
zig was, en dus aast was in het raadhuis dat hij net had verlaten - nog
eens opgehaald. In de eerste helft van de vorige eeuw was het veelal zo,
dat de burgemeester uit de raad voortkwam. De benoemingsprocedure was
ook andersmaar Thorbecke heeft in sterke mate vorm gegeven aan die ge-
meentewet en heeft toen in de gemeentewet de benoeming door de Krocn
doen opnemen, met ook heel duidelijk de mogelijkheid van een ber.oeming
van iemand van buiten de raad. Dat is overigens regel geworden.
Ook de hele benoemingsprocedure is toen vastgesteld en dat was een proce
dure waarbij de commissaris van de Koningin geroepen is een voordracht
van tenminste twee personen aan de minister van binnenlandse zaken te
doen.
Die opdracht aan de commissaris van de Koningin ligt vast m de zogenaam