1 decembec 1978
109
De tweede geeft een bijdrage in de kosten van aansluiting van bestaan-
de panden op het gemeentelijk riool. De derde heeft ten doel de terug-
gang van de inkomsten tijdelijk te compenseren, die het gevolg zijn
van de daling van het aantal inv/oners.
Ziet een gemeente met de objectieve uitkering en de verfijningsuitke-
ringen geen kans om tot een sluitende begroting te komen, dan is het
laatste redmiddel de aanvullende bijdrage resp. aanvullende uitkering,
die gebaseerd wordt op de zeer specifieke omstandigheden die in de ge-
meente, die haar aanvraagt, gelden. Deze-bijdrage c.q. uitkering wordt
gebaseerd op structurele aanwijsbare factoren.
Aan de toekenning van een aanvullende bijdrage c.q. uitkering worden
een aantal voorwaarden gekoppeld, bijvoorbeeld het doen instellen. van
een efficiency-onderzoek, het aantasten van de reserves, het opvoeren
van eigen inkomsten en daarmede verzwaren van de lasten van de inwoners,
het opstellen van een saneringsplan.
Een en ander betekent, dat de geraeente zeer beperkt wordt in haar finan-
cieel beleid.
Het zal u dan ook niet verwonderen dat ons financieel beleid in de komen-
de jaren erop gericht zal blijven een sluitende begroting te kunnen aan-
bieden.
Onderstaand zijn in een grafiek weergegeven^de indexcijfers van de alge-
mene uitkering uit het gemeentefonds (exclusief sociale zorg) en van de
bru,to opbrengst van de eigen gemeentelijke inkomsten.
2e afd.